„Sinds bestand Syrië geen dode meer gevallen”
Sinds de wapenstilstand in Syrië maandag inging is er weliswaar her en der nog gevochten, maar geen enkele dode gevallen. Beide kampen hebben zich nog enkele malen aan geweld bezondigd, stelt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten.
Volgens het Observatorium, dat met hulp van activisten ter plaatse doorgaans betrouwbaar over het conflict in Syrië bericht, zijn er wel gewonden gevallen en is materiële schade aangericht. Een aantal rebellengroepen beschoten stellingen van regeringstroepen. Ook het leger en regeringsgezinde strijders voerden enkele bombardementen uit, constateerde het Observatorium.
Eerder op de dag klaagde Rusland, een van de geestelijk vaders van het staakt-het-vuren, nog dat de rebellen zich niet aan het bestand houden. Rusland sprak desalniettemin met de Verenigde Staten een verlenging af van de wapenstilstand, waarvan de eerste termijn volgens het Kremlin woensdagavond zou aflopen. Het bestand duurt nog minstens 48 uur langer, aldus Moskou en Washington, respectievelijk beschermheer van de regering in Damascus en van een aantal rebellengroepen.
Over de exacte duur van het staakt-het-vuren en de partijen die zich eraan houden is veel onduidelijk. Rusland en de Verenigde Staten houden de precieze afspraken tot dusver geheim. Het Syrische leger heeft beloofd zeven dagen de wapens te laten rusten. Als het bestand negen dagen houdt, dan nemen Rusland en de VS de strijd tegen terreurgroepen als Islamitische Staat en Jabhat Fateh al-Sham (voorheen het Nusra-Front) over en mag het Syrische regeringsleger nergens meer bombarderen. Nu mag het leger de strijd tegen IS en JFS nog voortzetten, maar volgens andere rebellengroepen treft dat ook hen.