„Van Lodenstein College ligt afgelegen, maar is geen sekte”
Hun school, het reformatorische Van Lodenstein College in Amersfoort, een bastion met gesloten ramen en luiken? „Echt niet. De imam is welkom als gastspreker.” Maar een schooldiner organiseren voor buurtbewoners? „Ik ben bang dat er meer eekhoorntjes komen.”
Ze waren woensdagmorgen een halfuur eerder op school om zich voor te bereiden op het interview: Maaike van der Lee (16) uit Woudenberg, Niek Zondag (17) uit Woerden, Damaris Fikse (17) uit Soest en Gertjan Beukhof (17) uit Loenen aan de Vecht.
De vwo-6-leerlingen hebben het artikel met dr. Richard Toes voor zich. Daarin waarschuwt de Rotterdamse schooldirecteur ervoor dat reformatorische scholen geen bastions mogen zijn, die geen boodschap lijken te hebben aan hun omgeving.
Is de Lodenstein zo’n bastion?
Maaike, spontaan: „Nee. Onze school ligt wel afgelegen, op een terrein buiten de stad Amersfoort, maar we zijn geen sekte, die niet naar buiten treedt.”
Niek: „We hebben een uitwisselingsprogramma met leerlingen van andere scholen: christelijke, maar ook openbare en islamitische. In vwo-6 gaan we evangeliseren in Amsterdam. En als we in Engeland zitten, logeren we in gastgezinnen. De kans dat je in een christelijk gezin komt, is bijna nul.”
Damaris: „Ik kan me wel voorstellen dat andere mensen onze school een bastion vinden, maar dat komt vaak omdat ze ons niet goed kennen. Eigenlijk alleen van fietsende leerlingen onderweg; al die meiden met een rok. Dat bepaalt vooral hun beeld.”
Gertjan: „We leren op school om te laten zien wat het christelijk geloof betekent; op een positieve manier. Dat is belangrijk in contacten met andersdenkenden. Bijvoorbeeld als je een maatschappelijke stage doet, of tijdens je zaterdagbaantje.”
Damaris: „Ik denk dat de cultuur op de Lodenstein in Amersfoort opener is dan op andere locaties. Daar ben ik blij mee.”
Maaike: „Bij vakken als godsdienst en mens, religie en samenleving wordt veel aandacht besteed aan andere culturen en religies en aan de vraag hoe je als reformatorische jongeren met andersdenkenden kunt omgaan.”
Niek: „Als we een studiedag over andere religies hebben, komt ook de imam op school.”
Is er respect voor andersdenkenden?
Gertjan: „Bij leerlingen van de hogere niveaus wel. Ik denk dat het anders is op het vmbo. Daar wordt soms met weinig respect gesproken over bijvoorbeeld Turken en Marokkanen.”
Maaike: „Op dit moment draait een meisje van een andere school in onze groep mee om een deel van haar profielwerkstuk te maken. Ze is wel christelijk, maar denkt over veel dingen anders. Toch voelt ze zich thuis bij ons.”
Niek: „Ik merk eigenlijk nooit dat er vervelend wordt gedaan over andere mensen. En als iemand een keer racistische taal gebruikt, dan wordt-ie aangepakt. Dan moet je naar je coördinator.”
Wat doet de Lodenstein praktisch voor de buurt, de wijk, de stad?
Maaike: „Dat is lastig voor onze school. We zitten niet middenin de stad, we zijn een regionale school, veel leerlingen komen van ver.”
Gertjan: „Als je wat zou organiseren voor anderen, dan wordt het al gauw ’s avonds of in de vakantie. Dat is niet zo handig.”
Niek: „Onze omgeving bestaat uit bomen. Als we een schooldiner zouden houden, komen er, ben ik bang, meer eekhoorntjes dan buurtbewoners.”
Om de hoek van de Lodenstein ligt een azc. Kunnen jullie daar iets voor betekenen?
Maaike: „Toen het er kwam, kregen we allemaal een brief van de directie dat we vriendelijk moeten zijn voor de vluchtelingen, maar dat er geen interactie mocht zijn. Vanwege onze veiligheid.”
Niek: „Ik snap dat wel. Er was op dat moment nog veel onbekend over de vluchtelingen. Als ze er wat langer zitten, zal de school zeker toenadering zoeken.”
