Zalige staat
De verwachte hemelstaat van Gods kinderen overtreft oneindig alle wereldse grootheid. Al het heerlijke, al het genoeglijke van al de koninkrijken van de aarde moet als een nietige damp en schaduw verdwijnen voor die heerlijke hemelglans.De volheerlijke Jezus in al Zijn luister met ziel en lichaam gelijk te zijn, in de ziel een beeld te vertonen dat volmaakt heilig is, bekleed te zijn met een lichaam dat volmaakt schoon is, zonder de minste onvolmaaktheid of gebrek, een lichaam dat altijd bereid is om aan de ziel alle genoeglijke voorwerpen te vertonen en dat nooit traag is om te gehoorzamen, altijd stof te vinden waardoor de drie-enige God verheerlijkt wordt, een lichaam dat zo vol van vreugde is dat het steeds zijn zielsvermaak uitgalmt - dit is uw deel, o kind des Heeren. Dit is uw erve. Dit pand is voor u weggelegd en u zult op de bestemde tijd eeuwig bezitter daarvan zijn.
O, dat de dwaze wereld dit mocht begrijpen en de wezenlijke gelukzaligheid van de kinderen van God erkennen. Met welke achting en eerbied zouden ze dit volk dan aanzien, het volk dat Jezus in Zijn heerlijkheid gelijk is. O wereldling, als u begreep dat die volmaaktheid in ziel en lichaam er pas zal zijn bij de laatste komst van de Heiland op de wolken van de hemel, dan zou u veel zwakheden van dat volk over het hoofd zien, terwijl ze u nu schijnen te ergeren.
A. H. van der Donk, predikant te Geertruidenberg (Heilig dienstwerk, 1740)