Ultimatum kabinet over vroegpensioen
Terwijl werkgevers en werknemers druk overleggen over een nieuwe regeling voor vervroegd pensioen en verlof, stelt het kabinet hun een ultimatum. Voor 1 mei moet er overeenstemming zijn, anders trekt de overheid zijn handen helemaal af van het vroeger stoppen met werken.
In de praktijk zou dat betekenen dat maar heel weinig mensen nog voor hun 65e kunnen uittreden. Een onderhandelaar namens het ministerie van Sociale Zaken heeft de vakbonden en de werkgevers te verstaan gegeven dat minister De Geus alle eerdere concessies in hun richting intrekt als zij dwars blijven liggen.
In de Tweede Kamer herhaalde De Geus dinsdag nog eens dat het kabinet in weerwil van eerdere plannen al een prepensioen met een minimumleeftijd van 63,5 jaar heeft toegezegd. Verder staat de toezegging dat werknemers via een individuele levensloopregeling ook nog eens voor 2,1 jaar aan verlofdagen kunnen sparen, waardoor ze al met 61,4 kunnen stoppen.
„Zo’n beweging maak je tijdens onderhandelingen maar één keer”, waarschuwde De Geus. Hij kreeg voluit bijval van minister Zalm van Financiën. Die dreigt zelfs dat het kabinet cao’s niet langer algemeen verbindend verklaart wanneer de vakbeweging haar dreigementen doorzet en het historische najaarsakkoord van vorig jaar, over loonmatiging, laat ploffen.
In de Stichting van de Arbeid werken werkgevers en werknemers druk aan een alternatief. Volgens ingewijden sturen zij aan op een variant waarbij werknemers individueel gelegenheid wordt geboden om uit de collectieve regelingen voor VUT en prepensioen te stappen. Zij zijn dan wel verplicht hun premies door te sluizen naar de toekomstige levensloopregeling.
De FNV vindt eigenlijk dat werknemers met hun 60e al moeten kunnen stoppen, en wordt daarin gesteund door de oppositiepartijen PvdA, SP, LPF en GroenLinks. Werkgeversorganisatie VNO-NCW zit meer op de lijn van het kabinet. Het kabinet eist dat werkgevers en werknemers nu met een gezamenlijk plan komen.