Nut van Psalmen
Psalm 1:1a
„Welgelukzalig is de man die niet wandelt in de raad der goddelozen.”
Wat niemand van de mensen van tevoren op zich genomen had om te zeggen, dat heeft deze profeet alleen aangekondigd en later heeft de Heere Zelf dat alles in het Evangelie verkondigd. Alle schrijvers van Psalmen hebben bovendien in hun eigen geschriften voorbeelden gegeven of uitspraken gedaan die een geestelijke uitleg hebben. De Psalmen hebben echter niets anders in zich dan wat karakteristiek voor de Psalmen is.
Wat is eigenlijk bekoorlijker dan een psalm? Daarom zegt David in eigen persoon zo mooi: „Prijst de Heere, aangezien een psalm zingen goed is. Moge het voor onze God een tot vreugde stemmende een passende lofprijzing zijn.”
En zo is het ook in de werkelijkheid. Een psalm is immers het zegenen van het volk, de lof van God, de lofprijzing van het volk, het in de handen klappen van allen, het spreken van ons allemaal, de stem van de kerk, de muzikale belijdenis van ons geloof, een toewijding aan God, waar veel van uitgaat, vreugdegeroep, het weerklinken van blijdschap. Een psalm houdt ons af van woede, jaagt ons weg bij onrust, heft ons op uit verdriet. Psalmen zijn wapens in de nacht, ze zijn dagelijks onderricht, een schild in angstige omstandigheden, en feest van heiligheid, een beeld van rust, een onderpand van vrede en eendracht, net zoals een citer: met behulp van verschillende en ongelijke stemmen één gezang uitdrukkend.
Ambrosius, bisschop te Milaan
(”Preken over de Psalmen”, 2010)