Politici moeten het lef hebben de Nederlandse identiteit te omschrijven
De vraag: Wie bent u? wordt nog weleens op recepties en congressen gesteld. De aangesprokene weet dan wel wat hij moet zeggen: naam, woonplaats, functie en eventueel burgerlijke staat, leeftijd en kerkelijke gezindte. Vaak is dat genoeg.
Lastiger wordt het wanneer tijdens een sollicitatiegesprek die vraag nog een keer wordt gesteld met de bedoeling een spade dieper te komen. Dan wordt bedoeld: Omschrijf je karakter eens.
Toch is het nuttig daar antwoord op te geven. De vraag dwingt je een aantal kenmerken van je identiteit te benoemen. Wie dat niet kan, geeft aan onzeker te zijn over zijn eigen karakteristieke kenmerken. Die worstelt feitelijk met de vraag: Wie ben ik eigenlijk? Dan spreek je van een identiteitscrisis.
Hetzelfde geldt als het gaat om de discussie over de Nederlandse identiteit. Die wordt weer relevant nu de verkiezingsstrijd aanstaande is. Daarin zal de multiculturele samenleving een van de belangrijkste thema’s zijn. Oorzaken: de vluchtelingenproblematiek, het terrorisme en de polarisatie. Politici staan voor de vraag: Hoe houden we de boel bij elkaar? Wat hebben we in de Nederlandse maatschappij gemeenschappelijk? Dat raakt het punt: Wat is typisch Nederlands? Wat is de Nederlandse identiteit?
Bijna tien jaar geleden zei Máxima, toen nog prinses, jaren op zoek te zijn geweest naar dé Nederlandse identiteit en dat ze die niet had gevonden. Er waren er die haar dat zeer kwalijk namen. Vooral omdat de prinses daarmee de boodschap leek af te geven dat er in onze multiculturele samenleving plaats moet zijn voor een diversiteit aan identiteiten.
Inmiddels heeft het maatschappelijk debat wel duidelijk gemaakt dat zo ongeveer elke politicus en opinieleider het erg moeilijk vindt om te benoemen wat een Nederlander tot Nederlander maakt.
Opvallend is dat buitenlanders dat vaak beter weten te omschrijven. Dan komen er typeringen boven water zoals calvinistisch, zuinig, hardwerkend en vaak wat betweterig. Die kwalificaties scheppen geen compleet beeld en zijn ook niet allemaal even aangenaam. Meer ze zeggen wel iets.
Wat is er nu precies aan de hand? Willen of kunnen de politici en opinieleiders de identiteit niet omschrijven? Of is het een mix? Een complete omschrijving geven is haast niet doenlijk. Maar er zijn wel elementen die vandaag de dag minder gewaardeerd worden maar die wel degelijk meespelen.
In de achterliggende jaren hebben libertijnen geprobeerd in rap tempo de joods-christelijke elementen uit onze samenleving te laten verdwijnen. En dat lijkt te lukken. Tegelijk hebben progressieve krachten een vurig pleidooi gevoerd voor de multiculturele samenleving. Een beroep op de jood-christelijke waarden past daar niet in. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ze ondanks alle secularisatie nog steeds een onderstroom vormen die bijdraagt aan onze identiteit. Laat men dat eerlijk zeggen. In de komende verkiezingsstrijd zal de vraag naar identiteit steeds vaker gesteld worden. Welke politicus heeft het lef om dan gewoon te erkennen dat de joods-christelijke wortels van groot belang zijn en daar ook een positief woord over te spreken?