Het zou gaan om gesjoemel bij de inkoop van goederen als dekens, tenten, medicijnen en voedsel. Gekeken wordt of Turkse leveranciers de prijzen hebben opgedreven. De eerste signalen dat dat mogelijk aan de gang zou zijn, kwamen in januari al binnen, zegt een woordvoerder van Save the Children. Zolang het onderzoek loopt, gaan de hulpprogramma’s gewoon door. Wanneer het wordt afgerond, is nog niet bekend.

De hulpprogramma’s worden uitgevoerd met geld van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) noemt de fraude vrijdag „schandalig”. Ze is in een vroeg stadium op de hoogte gesteld over de kwestie. Ze wacht het onderzoek af, maar als het bewezen wordt moeten de hulporganisaties het geld terugbetalen aan het ministerie. Die moeten het bedrag dan weer verhalen op de fraudeurs, aldus Ploumen.

Volgens Ploumen heeft de fraude waarschijnlijk te maken met prijsafspraken. Ook werd gerommeld met producten. „In plaats van tien kilo linzen, opvullen met veel goedkoper zout”, aldus Ploumen.

Stichting Vluchteling meldt op de website: „Grootschalige hulpverlening in conflictgebieden brengt altijd risico’s met zich mee. De omstandigheden zijn chaotisch, er is gevaar voor lijf en leden en de logistiek is buitengewoon complex terwijl snelheid is geboden om levens te redden. Elke euro die wordt verspild of misbruikt en niet bij mensen in nood terechtkomt, is onverteerbaar”.