Kerk & religie

„John Owen was zowel modern als antimodern”

Hoe modern was John Owen? Een veertigtal kenners en liefhebbers van de 17e-eeuwse puriteinse theoloog buigt zich in Apeldoorn drie dagen over die vraag.

Van onze verslaggever
1 September 2016 15:15Gewijzigd op 16 November 2020 06:08
Conferentieruimte. beeld RD
Conferentieruimte. beeld RD

In de 17e eeuw kwamen een levenshouding en inrichting van de samenleving op die tegenwoordig worden aangeduid als ”moderniteit”. In hoeverre is dat terug te zien bij Owen? Geen gemakkelijke vraag om te beantwoorden, zegt dr. Carl. R. Trueman in de eerste hoofdlezing tijdens het congres ”John Owen tussen orthodoxie en moderniteit”.

Het betoog van de hoogleraar kerkgeschiedenis aan Westminster Theological Seminary in Philadelphia waaiert uit naar diverse historische en filosofische analyses van wat moderniteit precies is. Zijn conclusie: Owen laat zowel verbondenheid als tegenstellingen met de moderniteit zien. Bepaalde aspecten van Owen zijn niet modern, aldus Trueman.

Een „antimoderne trek” ontwaart dr. Trueman in Owens denken over de noodzaak van de verzoening. Aanvankelijk is Owen van mening dat God zonden ook op een ander manier kon vergeven dan door de dood van Christus. Later huldigt hij het standpunt dat als God de zonde wil vergeven, de Zoon van God moet sterven. Daarmee sluit Owen aan bij de grote middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino die een overeenkomst ziet tussen het wezen van God en het wezen van de schepping.

Een aspect waarin Owen wél modern is, is zijn politieke denken, aldus dr. Trueman. Volgens Owen moet de staat ruimte bieden aan diverse religieuze groepen, zij het met een duidelijke grens: alleen aan protestanten die de drie-eenheid belijden. Dat is een breuk met het premoderne denken waarin een staat een religieuze eenheid is. Trueman verwijst naar de analyse van de Canadese filosoof Charles Taylor. Die stelt dat de essentie van secularisatie is dat religie niet meer vanzelfsprekend is, maar een keuze.

De kerkhistoricus ontwaart bij Owen ook duidelijke trekken van de „psychologische mens”, zoals de Amerikaanse socioloog Philip Rieff de moderne mens omschrijft. De werken van Owen over de zonde focussen op het innerlijke leven. „De theologie van Owen kijkt naar binnen. Wie de gelovige is, wordt voor een groot deel bepaald door zijn innerlijke strijd.” Dat is juist een sterk punt van Owen, vindt dr. Trueman. „Zijn boeken over de zonde helpen mij om mijzelf en de wereld beter te begrijpen. Wellicht omdat ik zelf ook een psychologische mens ben.”

Owens Schriftleer is te sterk gekleurd door de moderne zoektocht naar zekerheid, vindt dr. Hans Burger, docent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. De vraag naar de waarheid van de Schrift komt daardoor los te staan van de inhoud van de Schrift: Jezus Christus en het Evangelie. Dat maakt het lastig om om te gaan met moeilijke vragen over de tekst en het ontstaan van de Bijbel, aldus dr. Burger. Owens Schriftvisie doet volgens hem te weinig recht aan de „dienstknechtgestalte” van de Schrift. Wat voor de Kamper theoloog wel een sterk punt is in Owens Schriftvisie, is dat de Bijbel bij hem staat in het kader van een levende relatie met de drie-enige God.

Historici schilderen orthodoxe theologen graag af als tegenstanders van de waarden die in de moderne samenleving gekoesterd worden. Op één punt gaat dat in ieder geval niet op, aldus dr. G. A. van den Brink. De hersteld hervormde predikant uit Kralingse Veer belicht het onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht in Owens leer over de verzoening.

In de moderne samenleving ligt het recht om te straffen uitsluitend bij de staat, het valt onder het publiek recht. Privépersonen mogen niet het recht in eigen hand nemen of de strafmaat bepalen. Dit onderscheid bestaat in premoderne samenlevingen niet.

Owen gebruikt dit onderscheid in zijn discussie met de socinianen, die stellen dat God vergeeft zonder te straffen. Als een schuld wordt kwijtgescholden, hoef je die niet meer te betalen. Owens antwoord is dat God geen privépersoon is, maar een publieke persoon die de morele orde in de schepping bewaakt. Een privépersoon kan afstand doen van zijn recht, maar een publieke persoon niet. Daarom moet God de zonde wel straffen. „Op die manier droeg de gereformeerde orthodoxie bij aan moderne verworvenheden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer