Toevoer van buitenlandse strijders naar Irak gestopt
De toevoer van buitenlandse strijders via buurlanden Syrië en Iran naar Irak is zo goed als gestopt. Dat meldde The New York Times dinsdag op gezag van Amerikaanse militaire bronnen. De grenscontroles zijn vooral de afgelopen maand aanzienlijk verscherpt.
Volgens Amerikaanse militairen slipt nog steeds een relatief klein aantal buitenlandse strijders langs de grenswachten. Zo zouden mogelijk sommige strijders verkleed als sjiitische pelgrims het land zijn binnengekomen. Ook worden wapens over de grens gesmokkeld.
Hoe groot het aandeel van buitenlanders onder de Iraakse opstandelingen is, is niet bekend. Amerikaanse militaire en politieke bronnen spreken zich op dit vlak vaak tegen. Regeringsfunctionarissen in Washington schatten het aantal vaak veel hoger dan militairen ter plaatse.
Langs de 550 kilometer lange grens met Syrië hebben Amerikaanse mariniers hun patrouilles flink opgevoerd. Bovendien is de eenheid veel groter dan de divisie die zij vorige maand afloste. Verder vliegen spionage– en onbemande verkenningsvliegtuigen boven het gebied. Eerder was langs een groot deel van de grens al een drie meter hoge aarden wal opgeworpen tegen smokkelaars.
De bergachtige grens met de Islamitische Republiek Iran wordt in het noorden door Koerdische milities in de gaten gehouden. De rest van de bijna 900 kilometer lange grens wordt bewaakt door Amerikanen en de 17.000 man sterke Iraakse grenspolitie.