Protest van Rutte en Koenders bij Turkse regering terecht
Bemoeien jullie je met je eigen zaken. Wij regelen het in Nederland wel. En graag op onze eigen manier, zonder inmenging van Ankara. Dat is de boodschap die premier Rutte en minister Koenders van Buitenlandse Zaken de achterliggende dagen hebben afgegeven aan hun Turkse ambtsgenoten.
Het valt niet te verwachten dat Ankara zich veel gelegen laat liggen aan de kritiek van ons kleine landje. Daarvoor is Nederland toch te onbetekenend, al heeft het natuurlijk wel een stem binnen de Europese Unie en de NAVO. Dus een beleefde belangstelling zal er altijd zijn. Maar het waarschuwende vingertje zal niet een-twee-drie effect hebben.
Dat neemt niet weg dat Nederland mag en moet spreken wanneer er reden is tot kritiek. Die morele verantwoordelijkheid blijft, ongeacht het te verwachten effect. Het is dus alleszins te verdedigen dat Rutte en Koenders contact met Turkije hebben gezocht.
Daarbij komt dat Turkije omgekeerd wel meent zich met de situatie in ons land te mogen bemoeien. De brief van de Turkse consul-generaal in Rotterdam aan een aantal burgemeesters is daar een voorbeeld van. Hij schreef hoe zij met demonstraties van tegenstanders van het Turkse regiem moesten omgaan.
De bezwaren van de Nederlandse regering tegen deze actie worden door de Turkse regering weggewuifd. Tijdens het bezoek van Koenders aan zijn Turkse ambtsgenoot zei laatstgenoemde dat een reactie van zijn regering op gebeurtenissen in Nederland net zo gewoon is als dat ons land kritiek heeft op de gang van zaken in Turkije. Zijn verwijt aan Den Haag: Jullie meten met twee maten.
De Turkse regering probeert daarmee aan één belangrijk punt voorbij te gaan. Mensen van Turkse komaf zijn inmiddels Nederlander. Zij behoren tot ons volk. En over de manier van behandeling van deze Nederlanders gaat Den Haag en niet Ankara. Dat lijken Erdogan en zijn collega’s niet te begrijpen. Zij vinden dat mensen die bezwaren hebben tegen de huidige regering in ons land hun stem niet mogen verheffen. Ze gaan zelfs zo ver dat ze Nederland vragen te helpen bij het aanpakken van leden van de oppositie die in ons land verblijven. Dat strijdt met de regels van onze democratische rechtsorde.
Evenzo is het laakbaar dat tegenstanders van Erdogan in ons land worden geïntimideerd, al dan niet met medeweten –of zelfs aangeven– van Turkije. Hoezeer men het ook met deze opponenten oneens kan zijn, zij hebben recht op hun mening en moeten die vrijuit kunnen geven. Dat zijn de grondwettelijke regels in ons land.
Het mag niet zo zijn dat de spanningen vanuit Turkije naar Nederland worden geëxporteerd. Terecht dat onze regering aan Ankara laat weten het niet te accepteren dat de regering-Erdogan zich bemoeit met de relatie tussen diverse groepen Turken in ons land. Natuurlijk heeft de Turkse minister van Buitenlandse Zaken gelijk dat de spanningen in zijn land ook Turken in ons land raakt. Dat is logisch. Maar aan het aanwakkeren van de tegenstellingen heeft niemand behoefte. En hoe de latente spanningen in ons land worden getemperd, is een zaak van Den Haag.