Ontmoetingsdag in Hierden voor „bemoediging en getuigenis”
Een bemoediging voor de bezoekers – dat wil de ontmoetingsdag in Hierden zijn. Eerwaarde heer J. de Boer: „We kennen geen kerkmuren.”

Zo’n vijftig mensen zijn op deze woensdagmorgen bijeen in een zaal van de hervormde kerk te Hierden. Voor de tiende keer wordt hier een landelijke ontmoetingsdag gehouden.
Medeorganisator M. Krooneman uit Doornspijk begroet zijn gasten in de hal. Even later doet hij zaken achter de boekentafel. Zijn vrouw schenkt koffie. Eerder werden de ontmoetingsdagen jarenlang gehouden in het gebouw van de Nederlandse Protestantenbond in Harderwijk, vertelt Krooneman.
De bijeenkomsten trekken gemiddeld vijftig bezoekers uit het hele land. Ook nu, ondanks een aantal afmeldingen vanwege de warmte en een sterfgeval dat later gememoreerd wordt.
Eerwaarde heer J. de Boer, pastoraal werker in de hersteld hervormde gemeente te Scheveningen en ook organisator van de bijeenkomsten, zit al voor in de zaal te wachten. De meeste bezoekers geven hem een hand. Hij gaat ’s morgens voor, terwijl de eerwaarde heer D. J. van Keulen de middagbijeenkomst leidt.
Het morgengedeelte bestaat uit twee gedeelten: de bespreking van een Bijbelgedeelte en reacties van bezoekers. „Dat kan gebeuren in de vorm van een getuigenis, maar ook door het opgeven van een psalmvers”, zegt De Boer. „Die psalm geeft dan meestal weer wat er in het hart leeft. Deze ontmoetingsdagen zijn een bemoediging voor de bezoekers. We willen in liefde en vrede bij elkaar zijn en kennen geen kerkmuren.”
De tekst die vanmorgen besproken wordt, is 1 Korinthe 1:1-13a, waar het onder meer gaat over de ruzies en partijschappen in Korinthe. De Boer: „Onderlinge eensgezindheid is van groot belang. De duivel kan echter werken in het hart van deze of genem en voor we het in de gaten hebben, is er ruzie of mag men een voorganger niet meer. Als we de minste mogen zijn, zijn we zachtmoedig en nederig van hart.”
De Boer ziet die eensgezindheid terug in de leer. Hij stelt dat de wegen die de Heere met Zijn kinderen houdt verschillend zijn, maar dat er ook een aantal zaken is dat overeenstemt. Zoals de toegerekende rechtvaardigheid en de vrede met God, de heiliging van het leven, de inwendige strijd, de toewijding aan God en de onderlinge liefde. Als hij uit Romeinen 12 aanhaalt: „Weest eensgezind onder elkander”, vraagt hij: „Spreekt dat niet aan?” Een bezoeker: „Het kan niet anders.”
Getuigenis
Na het zingen van Psalm 133 is het de beurt aan de bezoekers. Een van hen geeft Psalm 27:7 op („Zo ik niet had geloofd...”). De Boer: „God leert ons onze eigen krachten te verliezen en het van Hem alleen te verwachten. Dat is nodig in de bestrijdingen. Het geloof zegt: „Wacht op de Heere.” Al kunnen wij God niet bereiken, Hij kan ons wel bereiken.”
Een volgende bezoeker geeft met de woorden „Verdoemd naar het recht, verzoend door het recht” Psalm 119:69 op („Gij zijt volmaakt, Gij zijt rechtvaardig Heer”). De Boer: „Hier wordt gewezen op de Zaligmaker, van Wie in Jesaja 53 gesproken wordt. Hij wilde de straf dragen.”
Het morgengedeelte wordt afgesloten met Psalm 72:11: „Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen.”
Lees ook in Digibron
Gezelschap op ontmoetingsdagen (Reformatorisch Dagblad, 01-08-2015)
In Rotondekerk Zwaagwesteinde komen straks appartementen (Reformatorisch Dagblad, 10-08-2015)