Draskovic bepleit intrekken van genocideklachten
De nieuwe minister van Buitenlandse Zaken van Servië-Montenegro, Vuk Draskovic, stelt voor dat Bosnië en Kroatië hun genocideklacht tegen Belgrado bij het Internationaal Gerechtshof intrekken.
Servië-Montenegro is dan bereid zijn genocideklacht in te trekken die het bij hetzelfde VN-hof in Den Haag heeft ingediend tegen acht NAVO-landen, waaronder Nederland.
„Het zou de beste oplossing zijn als iedereen de klacht intrekt die tegen de ander is ingediend”, aldus Draskovic tijdens een persconferentie in Belgrado nadat hij de scepter van Goran Svilanovic had overgenomen. Volgens Draskovic zijn er „zonder zo’n gebaar van goede wil” weinig kansen op blijvende verzoening op de Balkan.
Als Bosnië en Kroatië op het voorstel ingaan, is dat voornamelijk in het voordeel van Servië-Montenegro. Belgrado dreigt de genocidezaken te verliezen voor het ICJ, terwijl met name de Bosnische klacht kansrijk is.
De Bosnische klacht tegen het toenmalige Joegoslavië werd in maart 1993 ingediend tijdens de oorlog in Bosnië (1992-1995). In Servië-Montenegro, zoals Joegoslavië nu heet, is men bevreesd door de hoogste VN-rechters in Den Haag tot een schadevergoeding te worden veroordeeld. De kans daarop nam maandag toe toen het Joegoslavië-tribunaal voor het eerst in een definitief vonnis vaststelde dat er in Bosnië genocide is gepleegd.