Man hoeft overleden vrouw niet op te graven
De 57-jarige man die zijn 59-jarige vrouw in zijn eigen tuin in Brunssum heeft begraven, hoeft het stoffelijk overschot voorlopig niet op te graven. Eerst moet de gemeenteraad van Brunssum een beslissing nemen over het verzoek van de weduwnaar om zijn vrouw legaal in de tuin te begraven.
Dat heeft de voorzieningenrechter in Maastricht dinsdag bepaald in kort geding tegen de gemeente. De zaak was aangespannen door weduwnaar Frenk Windels. De gemeente had eerder geëist dat de man het stoffelijk overschot nu zou opgraven. Maar de rechter zei dat er in dat geval de kans bestaat dat het stoffelijk overschot twee keer opgegraven en herbegraven moet worden; nu omdat de burgemeester en wethouders dat willen (van de tuin naar een begraafplaats en mogelijk nog een keer als de raad de man alsnog toestemming geeft (terug van de begraafplaats naar de tuin).
Dit zou strijdig kunnen zijn met de wet op de lijkbezorging, die grafrust voorschrijft. „Zeer, zeer onwenselijk” noemde de rechter dit. Om die reden besliste ze dat de gemeente even een pas op de plaats moet maken.
Na de beslissing door de raad moet het college van burgemeester en wethouders vervolgens een besluit nemen over het bezwaarschrift tegen de opgraving, dat Windels heeft ingediend. Windels gaf dinsdag toe iets gedaan te hebben wat niet mag, door zijn overleden vrouw op 24 juli in eigen tuin te begraven. „Een crime passionel. Het was de laatste wens van mijn vrouw”, hield hij de rechter snikkend voor. Die zei nog dat uitstel geen afstel betekent, dat hangt af van de verdere ontwikkelingen.
De man moest in juli na 34 jaar gelukkig huwelijk plotseling afscheid nemen van zijn vrouw. Zij stierf onverwacht aan een zwaar hartinfarct.
Wanneer de gemeenteraad een beslissing neemt over de begraafplaats van de vrouw, is nog niet bekend.