Forse groei economie ontwikkelingslanden
Ontwikkelingslanden beleven dit jaar de sterkste economische groei in twintig jaar. Volgens een rapport van de Wereldbank zal de groei uitkomen op 5,4 procent, tegen 4,8 procent in 2003. De instantie roept de landen wel op een hoger rentetarief te hanteren om oververhitting van de economie te voorkomen.
Belangrijkste oorzaken van de stijging zijn de toenemende export, de lage rentestand en investeringen in China, Vietnam en Thailand.
Opkomende economieën in Azië, zoals China en India, nemen het belangrijkste deel van de stijging voor hun rekening. Zo importeerde China in 2003 40 procent meer brandstoffen, een trend die in het eerste kwartaal van 2004 heeft doorgezet. China is ook een belangrijke vestigingsplaats voor fabrieken, waardoor werkgelegenheid en inkomens in duizelingwekkend tempo toenemen.
De netto-investeringen in binnen- en buitenland in China, Indonesië, Zuid-Korea, Maleisië en de Filipijnen zijn van 9 miljard dollar in 2002 opgelopen tot rond de 33 miljard dollar. De buitenlandse investeringen in de zes landen beliepen in 2003 ongeveer 60 miljard dollar. Het leeuwendeel, 53,5 miljard, ging naar China.
In Vietnam en Thailand liggen de investeringen relatief hoger dan in de andere landen. De Wereldbank gaat ervan uit dat de investeringen in de regio blijven toenemen doordat de rente laag is, er ruim krediet voorhanden is en de rendementen en de productiviteit hoog zijn.
In Indonesië vallen de investeringen tegen. De verwachte economische groei van 4 procent is niet genoeg om de werkgelegenheid te verbeteren. Buitenlandse investeerders zijn huiverig voor de endemische corruptie in Indonesië. „De geringe investeringsgroei zal waarschijnlijk enige tijd voortduren”, aldus de Wereldbank.
De Wereldbank waarschuwde maandag wel dat de opkomende economieën zich moeten opmaken voor een hogere rente om oververhitting van de economie te voorkomen. Ze moeten vermijden dat ze te veel blootstaan aan kortlopende buitenlandse schulden. „Kundige en gecoördineerde beleidsvorming moet een harde landing voorkomen”, aldus Wereldbank-econoom Homi Kharas.
De rente kan al snel oplopen omdat enkele landen grote moeilijkheden hebben om hun handelsbalans op orde te krijgen. De grootste problemen doen zich in de Verenigde Staten voor. De grootste economie ter wereld kampt zowel met een handelstekort als met een overheidstekort van enkele honderden miljarden dollars. Diverse internationale organisaties, waaronder de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de OESO, waarschuwen daarom al enige tijd dat dit zogenoemde tweelingtekort grote gevaren voor de wereldeconomie met zich meebrengt.
De gevaren hebben investeerders nog niet afgeschrikt, zo blijkt uit het rapport ”2004 Global Development Finance” van de Wereldbank. De totale kapitaalstroom bedroeg vorig jaar 228 miljard dollar, het hoogste niveau sinds 1998, tegen 191 miljard dollar in 2002.
De Wereldbank merkt op dat een belangrijk deel van de investeringen niet naar het armste deel van de derde wereld gaat, maar naar landen zoals China, Rusland, Mexico en Brazilië. „Daar is niets mis mee, maar je moet ook denken aan de andere landen en hun behoeften om infrastructurele projecten te financieren”, aldus François Bourguignon, hoofdeconoom van de Wereldbank. In het Midden-Oosten en in Noord-Afrika liep de investeringsbereidheid zelfs terug.