Afzetting lijkt onontkoombaar voor Rousseff
Het lot van de Braziliaanse president Dilma Rousseff lijkt bezegeld. De Senaat begint donderdag met het laatste deel van de afzettingsprocedure tegen de eerste vrouwelijke president van het land. De kans is groot dat ze binnenkort niet meer in ambt is.
Rousseff wordt ervan beschuldigd dat ze geld heeft uitgegeven zonder toestemming van het Congres en dat ze ongeautoriseerde leningen sloot bij staatsbanken om de begroting vlak voor de verkiezingen in 2014 gunstiger te kunnen presenteren. Ze wordt niet beschuldigd van zelfverrijking.
De president verzet zich fel tegen de aantijgingen, die in haar ogen een dekmantel zijn voor een machtsgreep door rechts. Ze nam daarbij het woord coup in de mond, een beladen term in Zuid-Amerika.
De tegenstrevers van Rousseff hebben een tweederdemeerderheid nodig om haar de laan uit te sturen. Bij de stemming eerder deze maand over de volgende stap in de procedure, waarbij Rousseff in staat van beschuldiging werd gesteld, werd een dergelijke meerderheid gemakkelijk gehaald. Toen stemden 59 Congresleden voor, terwijl Rousseff zich door slechts 21 parlementariërs gesteund zag.
Sinds het begin van de procedure wordt Rousseff waargenomen door haar voormalige vicepresident Michel Temer. Hij en andere voorstanders van de impeachment lijken zelf echter ook geen schone handen te hebben. Volgens voorstanders van het staatshoofd is de procedure een poging om beschuldigingen aan hun eigen adres te doen verstommen.
Wanneer het Congres uiteindelijk in september stemt over de afzetting en Rousseff inderdaad het veld moet ruimen, wordt Temer formeel president tot het einde van de termijn in 2018. De 75-jarige interim-president heeft gezegd zich daarna niet verkiesbaar te stellen.
Als Rousseff toch mag blijven, wil ze via een referendum vragen of de Brazilianen vervroegde verkiezingen willen. Uit peilingen blijkt dat 62 procent van het volk vervroegde verkiezingen ziet als een manier om uit de politieke crisis te komen. Dezelfde peilingen geven echter ook duidelijk aan de het volk Rousseff niet terug wil.