Hhg Wouterswoude belegt eerste Zendingsmiddag voor het Noorden
Zendingswerkers op het veld en de achtergeblevenen die hen ondersteunen, mogen troost putten uit de gedeelten van Jesaja over de Knecht des Heeren, aldus ds. IJ. R. Bijl.
Volgens de profetieën uit Jesaja 49 zal de Knecht des Heeren niet alleen het Licht voor de heidenvolken zijn, maar ook Zelf Zijn heerschappij uitbreiden tot het uiterste einde der aarde, zei de predikant donderdag ter opening van de eerste Zendingsmiddag voor het Noorden, in Wouterswoude. De bijeenkomst ging uit van de hersteld hervormde gemeente (hhg).
Ds. Bijl, predikant van de gemeente, merkte op dat de regionale zendingsmiddag in zekere zin een voortzetting is van de vroegere Zendingsdag voor het Noorden. De kerkenraad ontving verzoeken om deze zendingsdag, die sinds 2004 niet meer was opgehouden, een vervolg te geven.
Ds. J. C. den Ouden, predikant van de hhg in Opheusden en voorzitter van de commissie zending van de HHK, sprak over het vijfde vers van Jesaja 55, waar staat dat de Knecht des Heeren een volk tot Zich zal roepen dat Hij niet kende. Ds. Den Ouden legde uit dat de vervulling van die profetieën deels begon met de komst van Christus en dat de gerelateerde voorzeggingen van Christus’ uitdijende heerschappij over het rond der aard nog steeds bezig zijn in vervulling te gaan.
De waarheid van die profetieën, die 700 jaar voor Christus werden uitgesproken, blijkt telkens zodra een zendeling wordt uitgezonden. In dit verband verwees ds. Den Ouden naar de ophanden zijnde uitzending van ds. C. J. P. van der Bas, in januari 2017, als zendingspredikant naar Malawi. Hij zal de plaats van ds. R. J. Oomen en ds. K. Klopstra innemen.
Ds. Den Ouden bracht zending in verband met de profetieën over de Knecht des Heeren. „Jezus Christus roept als de verhoogde Knecht des Heeren de heidenvolken niet met dwang of geweld tot Zich, maar wel met kracht, omdat Hij dat als Gebieder der volken doen kan. Batavieren, Friezen en Kaninefaten hadden ook geen kennis van de Heere, maar werden door zendelingen tot die kennis gebracht.” De predikant wees hier op grote voorbeelden als Bonifatius, Carey en Taylor.
Gebed
In zijn toespraak naar aanleiding van Efeze 1:15 en 16 wees ds. C. J. P. van der Bas op de link tussen gebed en zending. „Waardoor is Paulus het meest bekend geworden? De meesten kennen de apostel vanwege zijn krachtdadige bekering en zijn grote zendingsreizen. Maar velen vergeten dat Paulus vooral een man van het gebed was.”
De toekomstige zendingspredikant benadrukte dat het gebed een essentieel en onmisbaar onderdeel is van het zendingswerk. Het belang van het gebed kan volgens hem uit alle brieven van Paulus worden opgemaakt. Ook in de Efezebrief blijkt dat Paulus voor de gemeenten bidt en de gemeenten vraagt voor hem te bidden. „Al verblijft Paulus in de gevangenis, toch wil hij goed geïnformeerd zijn over de gemeenten, zodat hij gericht kan bidden. Hij bidt niet alleen voor de voortgang van de Woordverkondiging maar ook voor de noodzakelijke verdieping in het geloof.”
Ds. Van der Bas legde de vinger bij de liefde tot alle heiligen als belangrijk kenmerk voor de gelovigen. Die liefde strekt zich uit tot de hele kerk, waar ook ter wereld. De predikant noemde het schrijnend dat in Indonesië, dat eens een Nederlandse kolonie was, miljoenen moslims wonen.