Nigeriaanse christenen keren terug naar hun woningen
Nigeriaanse christenen die vanuit de noordelijke deelstaat Adamawa op de vlucht waren geslagen voor de islamitische terreurorganisatie Boko Haram, beginnen terug te keren naar hun woonplaatsen.
De terugkeer wordt gestimuleerd door de regering, omdat het Nigeriaanse leger met hulp van buitenlandse adviseurs terreinwinst heeft geboekt op Boko Haram. De veiligheidssituatie in sommige gebieden is daardoor sterk verbeterd.
De Amerikaanse nieuwsdienst World Watch Monitor verspreidde deze week een interview met een kerkelijk werker die stelde dat mensen in de deelstaat Adamawa weer hoopvol zijn. De regio werd sinds 2011 geterroriseerd door Boko Haram. Duizenden christenen werden gedood.
Onvoldoende hulp
Zo’n 2 miljoen inwoners van het noorden van Nigeria zijn voor Boko Haram op de vlucht geslagen. De overheid heeft er belang bij dat deze mensen terugkeren naar hun woongebieden, omdat ze niet in staat is om voldoende hulp te bieden aan de vluchtelingen. Voor christenen is de situatie soms extra lastig: er zijn gevallen bekend van moslimhulpverleners die in vluchtelingenkampen pas voedsel verstrekken aan christenen wanneer zij zich bekeren tot de islam. Buiten de kampen zijn mensen afhankelijk van de welwillendheid van anderen om hen te helpen.
Volgens de kerkelijk werker –”Isaac”– komen in Adamawa nog sporadisch aanvallen voor van Boko Haram. Veel christenen achten de omstandigheden desondanks veilig genoeg om terug te keren naar hun woonplaatsen. „Bijna overal zijn de huizen en andere gebouwen daar verwoest. Er is bijna geen familie die geen slachtoffers telt. De vele weduwen en wezen in het gebied moeten ervaren wat het betekent om de draad weer op te pakken zonder hun geliefden.”
Boko Haram heeft in de woongebieden van de christenen systematisch alle infrastructuur vernietigd, vertelt de kerkelijk werker verder. „Huizen, scholen, gezondheidscentra en kerken zijn niet gespaard. Ze hebben systematisch waterpompen vernield en bronnen vervuild door er lichamen in te dumpen.”
Richard Groenenboom, woordvoerder van Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK), bevestigt de berichten. Volgens hem keren vluchtelingen sinds eind vorig jaar terug naar hun woningen. „Boko Haram is in dit deel van Nigeria verslagen. De organisatie grijpt nu terug op zelfmoordaanslagen, terwijl ze eerder de macht in handen had in de gebieden die ze veroverd had.”
Het is echter nog te vroeg om te stellen dat Boko Haram definitief op zijn retour is, stelt hij. Hij wacht met spanning af hoe de machtsstrijd in de organisatie zich ontwikkelt, nu die op 3 augustus een nieuwe leider heeft gekregen, Abu Musab al-Barnawi. Deze voormalige woordvoerder van de organisatie werd door Islamitische Staat, waar Boko Haram mee samenwerkt, aangesteld.
Desalniettemin is het noorden van Nigeria veiliger geworden, aldus Groenenboom. „Het is voor hulporganisaties weer mogelijk er te komen, zij het onder begeleiding van gewapende bewakers. Nog steeds blijft het mogelijk dat Boko Haram plotseling toeslaat.”
World Watch Monitor wijst daarnaast op het gevaar dat herders van de Fulani-stam aanvallen blijven uitvoeren. Deze moslims opereren los van Boko Haram en aanverwante organisaties. De afgelopen maanden sloegen Fulani-herders in diverse delen van Nigeria toe.
Ondervoeding
Doordat landerijen lange tijd niet bewerkt zijn, is er in de regio ook een tekort aan voedsel. Het VN-kinderfonds Unicef zegt dat tienduizenden kinderen het risico lopen om te overlijden als er niet snel hulp komt. Ook Groenenboom van de SDOK benadrukt dat op dit moment ondervoeding van vooral kinderen het grootste risico vormt in het gebied.
Hij weet echter dat christenen in het noorden van Nigeria op zondag weer samenkomen in geïmproviseerde kerkjes. Ook de kerkleider die door World Watch Monitor werd geïnterviewd, signaleert deze ontwikkeling. „Kerkelijke activiteiten worden hervat, ook al is er weinig overgebleven van de kerkelijke gebouwen. Sommige kerken zijn herbouwd, maar bij vele andere bleek dit tot nu toe onbetaalbaar. De mensen komen daarom samen onder een boom, of ontmoeten elkaar in de ruïnes van vroegere kerkgebouwen.”