Europese leiders onvoldoende alert op latente vluchtelingencrisis
Vergeleken met vorig jaar lijkt het vluchtelingenprobleem behoorlijk minder groot te zijn geworden. De stroom is weliswaar nog niet opgedroogd, maar de ontheemden uit Syrië en Noord-Afrika golven niet meer Europa binnen, zo lijkt het.
In ieder geval zwijgen deze zomer de media er nagenoeg over. Dat kan ook bijna niet anders, omdat zeker radio en televisie gedomineerd worden door de sportzomer. Wie gewend is tijdens een autorit naar het nieuws op de Radio 1 te luisteren wordt beziggehouden met wedstrijdverslagen en met voor- en nabeschouwingen. Bijna elke minuut is gevuld met sport. Tot vervelends toe; irritant gewoon. Alsof er niets anders en belangrijkers meer is in de wereld. Zelfs sportliefhebbers geven toe dat deze programmering volledig uit balans is.
Intussen blijven er vluchtelingen komen. Omdat ze in eigen land in problemen zijn geraakt of omdat ze -in ieder geval- denken dat ze het in Europa beter hebben. In verschillende kranten, waaronder het Reformatorisch Dagblad, is de laatste dagen weer aandacht gevraagd voor deze kwestie. Sommige waarschuwen dat er, als Europa niet oppast, opnieuw een vluchtelingencrisis ontstaat.
Weliswaar is de toestroom afgenomen door het omstreden akkoord dat dit voorjaar met Turkije is gesloten, maar er wachten nog steeds ruim 57.000 migranten in Griekenland op een meer definitieve plek om te wonen. In Italië zitten 240.000 mensen in opvangoorden zonder dat ze duidelijkheid hebben over hoe het verder met hen moet. De situatie in de havenstad Calais is eveneens nijpend. Ondanks stevige maatregelen, begin dit jaar, van de Franse autoriteiten om het vluchtelingenprobleem aldaar beheersbaar te maken, zegt de politie dat de toestand erger is dan ooit. Ruim negenduizend mensen wachten er op een mogelijkheid om naar Engeland te reizen.
Het lijkt erop dat de Europese leiders onvoldoende beseffen dat het vraagstuk nog lang niet is opgelost. Zij wijzen vooral op de daling van het aantal vluchtelingen dat Europa binnenkomt en menen dat daarmee het probleem nagenoeg van tafel is.
Dat is echter een misvatting. De eerste signalen zijn er al dat na het sluiten van de overeenkomst met Turkije de vluchtelingen uit Syrië nu proberen via Noord-Afrika naar Europa te komen. En de stroom mensen vanuit Midden-Afrika is ook niet bepaald kleiner geworden.
Bovendien is het in toenemende mate de vraag wat er met de mensen die komen –al zijn het er minder dan vorig jaar– moet gebeuren. De grens van de mentale opvangcapaciteit lijkt in Europa echt te zijn bereikt. Daarbij speelt zeker ook mee dat er steeds meer aanwijzingen zijn dat er onder de vluchtelingen ook mensen zitten met slechte bedoelingen, al dan niet aangespoord door IS. Of zelfs gestuurd.
De grenzen nog beter sluiten kan echter alleen als Europa werkelijk bereid is om opvang in de regio te stimuleren. Dat mag zich dan niet beperken tot lippentaal. Daar zal echt werk van moeten worden gemaakt. Of men het nu wil of niet: het vluchtelingenprobleem is niet een zaak van Noord-Afrika of het Nabije Oosten. Europa heeft zelf een probleem. En moet dat oplossen.