60 jaar of later
Tussen kabinet en vakbonden dreigt een frontale confrontatie. Inzet zijn de plannen voor prepensioen en levensloopregeling. Aanvankelijk wilde het kabinet iedereen laten doorwerken tot z’n 65e. Dat was een drastische breuk met de praktijk van de afgelopen jaren, toen vervroegde uittreding door velen als een recht werd ervaren.Nadien heeft minister De Geus aardig wat water bij de wijn gedaan. Prepensioen zou mogelijk worden bij 63,5 jaar. Wie maximaal gebruikmaakte van de levensloopregeling en het gespaarde verlof aan het eind van zijn loopbaan inzette, kon zelfs kort na zijn 61e verjaardag met groot verlof.
De FNV wil echter toe naar een stelsel waarbij mensen die het verlof van hun levensloopregeling niet in een eerder stadium hebben gebruikt, met hun 60e kunnen stoppen met werken. Bovendien moet de regeling een collectief karakter krijgen.
Op de achtergrond speelt het akkoord over de loonmatiging mee, dat van belang is voor het economisch herstel. Een forse aanvaring tussen kabinet en vakbeweging over de prepensionering zou dit sociaal akkoord gemakkelijk kunnen opblazen.
Ook al zijn de pensioenfondsen inmiddels weer over de grootste problemen heen (mede dankzij een zeker koersherstel op de aandelenbeurzen), toch blijft de financiering van de oudedagsvoorziening in Nederland een punt van zorg. Mensen worden ouder dan voorheen en de komende jaren komt de naoorlogse geboortegolf in de derde levensfase.
Verhoging van de leeftijd waarop mensen het arbeidsproces verlaten is daarom onvermijdelijk. Zelfs wordt hier en daar al de vraag opgeworpen of de AOW-gerechtigde leeftijd niet omhoog moet.
In ieder geval zal duidelijk zijn dat veranderingen op dit vlak geleidelijk aan moeten plaatsvinden. Naarmate mensen de 60 of de 65 naderen, hebben ze een bepaald verwachtingspatroon opgebouwd. Dat moet niet ineens drastisch omvergegooid worden.
Wat dat betreft waren de voorstellen waar het kabinet op Prinsjesdag mee kwam wel erg ingrijpend. Inmiddels heeft De Geus al heel wat toegegeven. In het FNV-plan verandert er aan de huidige situatie nauwelijks iets.
Aanvankelijk had ook de Tweede-Kamerfractie van de ChristenUnie zich achter het FNV-plan opgesteld. Daar is men inmiddels van teruggekomen. Men was ook wel in merkwaardig gezelschap verzeild geraakt.
Als het gaat om een versobering van de pensioenvoorzieningen moet trouwens ook gekeken worden naar de top van het bedrijfsleven. Niet alleen weten de heren daar met behulp van bonussen en optieregelingen aan een fantastisch salaris te komen, ze zorgen ook goed voor hun oude dag.
Uit een onderzoek van het Financieele Dagblad blijkt dat de gemiddelde pensioenlast voor de raad van bestuur bij grote beursgenoteerde ondernemingen in Nederland bijna 40 procent bedraagt. Dat komt doordat uitgegaan wordt van het laatstverdiende inkomen. Zo snijdt het mes aan twee kanten.
Een middelloonregeling, waar steeds meer pensioenfondsen toe overgaan, zou ook voor de top redelijk zijn. Die geeft een slecht voorbeeld door zich aan deze versobering te onttrekken.