Opinie

Column: Bevindelijk gereformeerden vatbaar voor eenzijdigheid van emotie

Het eerste hoofdstuk van het boek ”De dingen hebben hun geheim” van de Delftse prof. dr. ir. A. van den Beukel draagt de titel ”Het is koud in Delft”. Daarin beschrijft hij het Delftse huwelijk. In dit huwelijk is de ”hij” een afgestudeerde van de Technische Universiteit in Delft, en ”zij” een gewone, normale vrouw. Op een avond legt de vrouw haar man een probleem voor waar zij mee tobt. Ze heeft twee keuzes, maar weet niet wat ze moet beslissen. Hij hoort het aan en zegt: „Oh, is dat alles? Dat is helemaal geen probleem, en ik zal het je bewijzen. Kijk. Er zijn twee mogelijkheden, A en B. Beide hebben iets voor en iets tegen. Als er veel voor A pleit en weinig voor B, is de beslissing gemakkelijk. Het wordt moeilijker naarmate er minder voor A en meer voor B te zeggen valt. De moeilijkste beslissing is dus die waarbij er evenveel voor A als voor B pleit. Maar precies in dat geval is het lood om oud ijzer wat je kiest. De moeilijkste beslissing is dus tegelijk de makkelijkste. Moeilijke beslissingen bestaan dus niet.” Vervolgens hij pakt zijn krant. Er is weer een probleem de wereld uit geredeneerd.

Henk van den Brink
10 August 2016 20:21Gewijzigd op 16 November 2020 05:39
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

Van den Beukel is zo eerlijk om toe te geven dat hij het bovenstaande bewijs over de moeilijke beslissingen zelf heeft bedacht, en al jarenlang tot volle tevreden­heid toepast als hij een besluit moet nemen. Toch noemt hij het een overwaardering van het verstand ten koste van het hart, een beroeps­deformatie waaraan weinig beoefenaars van de exacte wetenschappen geheel ontkomen. In de natuurwetenschap is geen ruimte voor emoties, voor menselijkheid, voor warmte. „Het is meten en tellen. Dit is 1 en dat is 1 en 1 + 1 = 2. De rest doet er niet toe. De rest wordt geschrapt. De rest is oninteressante duivelspoep, drek”, zo citeert Van den Beukel een andere natuurkundige. En als klap op de vuurpijl citeert hij de beroemde natuurkundige, wiskundige en filosoof Blaise Pascal (1623-1662): „Ik heb me lange tijd beziggehouden met de studie van de abstracte wetenschappen. Ik kreeg er genoeg van omdat het zo weinig met mensen te maken heeft. Toen ben ik studie gaan maken van de mens en ik heb ingezien dat de abstracte wetenschappen eigenlijk niet geschikt zijn voor de mens en dat ik er minder mens van werd.”

Dat is voor mij wel even schrikken. Ben ik minder mens omdat ik natuurkundige ben, en dan nog wel uit Delft? Zou het dan geen toeval zijn dat Delft beroemd is, niet alleen om z’n Technische Universiteit, maar nog meer om het Delfts blauw? Blauw is immers de koude kleur, die hoort bij koelheid en zakelijkheid.

Toch wil het er bij mij niet in. Het probleem zit ’m niet in de getallen, of in de wetenschap, maar in de verabsolutering ervan. Wie heel de wereld reduceert tot getallen, die doet zichzelf, z’n medemens, de wereld en God tekort. Mijn ervaring is juist dat veel wetenschappers oog hebben voor andere aspecten van het mens-zijn: ik had vroeger meerdere hoogleraren van wie gefluisterd werd dat ze een muziek­instrument bespeelden, of een modelspoorbaan hadden, of een andere onwetenschappelijke hobby beoefenden. Maar ook andersom geldt het: mensen met een niet-wetenschappelijk beroep kiezen soms een wetenschap als hobby. Om bij predikanten te blijven: Spurgeon loste graag moeilijke wiskundige sommen op, Calvijn hield van sterrenkunde, en ik weet van een dominee die wetenschappelijke artikelen publiceert op het gebied van bramen.

Ik denk zelfs dat wij, bevindelijk gerefor­meerden, vatbaarder zijn voor de een­zijdigheid van de emotie dan voor de eenzijdigheid van de redenering: bij ons moet het beleefd worden, bevindelijk ervaren worden, want anders is het niet echt. Dat klinkt mij toch wel heel erg post­modern in de oren. Het is immers helemaal in om te zeggen: „Volg je hart”, maar dat is minstens zo eenzijdig als dat je zegt: „Volg je verstand.” Vader à Brakel zegt er in zijn ”Redelijke godsdienst” al wijze woorden over: „Sommigen brengt de Heere over in bedaardheid. Zij hebben niet veel smartelijke droefheid, ook geen verrukkende blijdschap, maar een genoegen in, en zoete goedkeuring van de waarheden, zowel ten opzichte van hun ellende, als zaligheid in Christus, en hun aanneming van, en verlaten op Christus. Dit zijn doorgaans de bestendigste en vaste christenen.”

Ooit verzuchtte m’n goede vriend: „Ik vind het niet eerlijk dat iemand die emotionele argumenten inbrengt eerder bijval krijgt dan degene die rationele argumenten inbrengt.” Dat lijkt ook te gelden voor sommige preken. Misschien dat die al te vurige predikers daarom wel wat afkoeling kunnen gebruiken, met prachtig Delfts lauw als resultaat.

Henk van den Brink is natuurkundige. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer