„Al onze hoogmoed is ons afgenomen”
„Wij dachten trouw te zijn, maar lieten vaak de kerk over aan anderen. De Heere neemt ons die hoogmoed af. Hij rukt uit wat Hij plantte.”
Op een door de Gereformeerde Bond belegde bijeenkomst voor hervormde ambtsdragers, zaterdag in Dordrecht, zei ds. G. D. Kamphuis dit in zijn lezing met als thema ”Geef de Heere de hand”. De ambtsdragersvergadering in de Augustijnenkerk was georganiseerd met het oog op de naderende datum van 1 mei, waarop het Samen op Weg-proces tot een einde komt. „Nu het genomen synodebesluit met name in hervormd-gereformeerde gemeenten veel spanning oproept en tot ingrijpende scheuren dreigt te leiden, is besloten opnieuw bijeen te komen”, aldus de uitnodiging van de Bond. Tijdens de bijeenkomst, die werd bezocht door zo’n 275 ambtsdragers, hield zowel GB-voorzitter ds. Kamphuis als algemeen secretaris drs. P. J. Vergunst een inleiding.
Ds. Kamphuis sprak naar aanleiding van 2 Kronieken 30:1-9. Hij wees de aanwezigen erop dat de schuld van de diepe crisis waarin de hervormd-gereformeerde beweging in de Nederlandse Hervormde Kerk zich bevindt, in de eerste plaats „bij onszelf” ligt.
„Ligt de oorzaak van de huidige problematiek bij de synode? Ja”, zei de predikant. „Wij hebben een confessioneel geding met de kerk en met de weg die de kerk gaat. Wij hebben hem gesmeekt deze weg niet te gaan. Decennialang hebben we verzet aangetekend tegen de ontwikkelingen, tegen de kerkorde, tegen het grondslagartikel, tegen Leuenberg en Barmen, tegen meerdere ordinanties. Maar de synode besloot verder te gaan, stap voor stap.”
„Maar”, vroeg hij de aanwezigen, „ligt de oorzaak niet evenzeer en meer nog bij ons? Stonden en staan wij geestelijk, ootmoedig, belijdend, trouw en getuigend in de kerk? Hoe zelfverzekerd waren we. Wij dachten trouw te zijn, maar lieten vaak de kerk over aan anderen. De Heere neemt ons die hoogmoed af. Hij rukt uit wat Hij plantte. Wij, niet zij, maar wij hebben God op ’t hoogst misdaan.”
Ds. Kamphuis sprak ook over de verdeeldheid die het proces van Samen op Weg in eigen kring heeft teweeggebracht. „Wij stellen ons vaak hoog en bitter tegenover de kerk op, maar evenzeer tegenover elkaar, waardoor gemeenten uit elkaar scheuren. Deze kerkelijke bitterheid en verdeeldheid wijst niet op de stille ootmoed voor God”, aldus de GB-voorzitter. „Daarom roepen we nog één keer met klem al de broeders en zusters die zich met het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk verbonden weten op: Breek met de weg van de kerk der vaderen niet. Vorm geen andere verbanden zolang de volkomen leer van de zaligheid naar de Schriften niet in het geding is. Zolang de vrijheid van de bediening van de verzoening volledig is gewaarborgd. De kerk heeft u nodig, ze heeft uw getuigenis nodig. Blijf in het geloof met het Woord van God op uw post. Oefen uw geloof, broeders, op de puinhopen van het kerkelijk en geestelijk leven. Wie de Heere de hand geeft, reikt de broederhand evenzeer aan hen die met ons een even dierbaar geloof hebben. Zo verlangen we elkaar binnen de kerk volledig vast te houden.”
Volgens drs. Vergunst, die sprak over ”Het alleenrecht van Christus”, komt de eenheid van de kerk op het spel te staan waar de waarheid van het Woord geweld wordt aangedaan. „Dat hebben we gezien en daar waren we bij. Daarom vandaag geen grote woorden. Geen fier program. Geen stevige positie. Maar buigen voor God. Opzien naar Hem. Bidden om Zijn Geest. Hopen op Zijn trouw. Het erkennen van onze schuld, omdat de kerk, omdat wij, niet getuigden van Gods liefde en niet vreesden voor Zijn Naam, bindt ons samen met het volk dat de wet niet kent, met allen die op Gods ontferming zijn aangewezen.”
Op een vraag van een van de aanwezigen of er zo vlak voor 1 mei toch nog niet een poging gedaan kan worden om de dreigende scheuring te voorkomen, antwoordde ds. Kamphuis dat die mogelijkheden „menselijkerwijs gezien” voorbij lijken te zijn. „Toch wil ik u oproepen, hoewel ik eigenlijk weet dat dat niet hoeft, of u hiervoor wilt blijven bidden”, aldus de predikant. „Bidden dat God iets zal doen en geven wat wij nu niet zien. Dat Hij het zo maakt dat we ons verwonderen moeten.”
Vergunst zei op de vraag hoe er moet worden omgegaan met ambtsdragers die niet mee kunnen de PKN in, maar ook hun ambt zeggen niet te mogen neerleggen, dat „het gesprek met deze broeders voorbij het einde” gevoerd moet blijven worden. „Laten we pastoraal met elkaar omgaan”, aldus de algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond. Hij wees erop dat het moderamen van de hervormde synode zich momenteel op deze kwestie beraadt.
Op een vraag of ambtsdragers in de PKN de kerkorde moeten onderschrijven, zei Vergunst: „Wij hebben de Hervormde Kerkorde van 1951 nooit aanvaard of ondertekend. Dat doen we ook niet bij de kerkorde van de PKN.” In dit verband noemde hij de verklaring waarin hervormde gemeenten in de PKN mogen uitspreken dat ze zich ten volle gebonden weten aan de gereformeerde belijdenis. „Concreet betekent dat voor ons dat, waar het gereformeerde en het lutherse belijden conflicteren, wij ons houden kunnen aan het gereformeerde belijden.”
Een ambtsdrager uit Zeist riep de op de vergadering aanwezige moderamenleden, drs. J. van Heijst en ds. G. de Fijter, ertoe op er in het moderamen van de synode voor te pleiten de Kerkdag, die gepland staat voor 12 juni, niet door te laten gaan met het oog op de verscheurdheid in gemeenten door Samen op Weg. „Dit mag niet, dit past nu echt niet, dit kan niet tot eer van God zijn”, aldus de ambtsdrager, die werd bijgevallen door ds. P. van der Kraan. Vergunst meldde dat het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond enkele weken geleden al in een brief aan de synode heeft laten weten juist door de crisis en de grote verscheurdheid in de gemeenten niet aanwezig te kunnen zijn op de Kerkdag.