Gesloten kerken zeker niet slopen
Het is maar hout en steen. Zo wordt vaak gesproken over kerkgebouwen die gesloten en gesloopt worden. Bijna wekelijks meldt deze krant in de rubriek voor lokaal kerkelijk nieuws dat er weer een of meer kerken dichtgaan en –vaak pas na verloop van tijd– met de grond worden gemaakt.
Recent ontving de redactie berichten over de sloop van een kerkgebouw in Harderwijk en de sluiting van twee kerken in Middelburg. Teruglopend kerkbezoek en ledental deed de kerkbesturen besluiten tot deze stap. Het is immers duidelijk: geen leden meer, geen geld meer en dus heeft het gebouw zijn functie verloren of wordt het onderhoud te duur. Dat is het zeer frequente verhaal.
De problematiek van de sluiting en sloop van kerken is niet nieuw. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw dalen de cijfers van het aantal godshuizen. Ze lijken samen te vallen met de ontkerstening die zich sinds 1960 in rap tempo doorzet. Het gevolg is dat duizenden kerken gesloten zijn, een herbestemming kregen of in puin zijn geslagen. Het einde van die ontwikkeling is nog lang niet in zicht. Volgens Taskforce Kerkgebouwen gaan de komende jaren per week twee kerken dicht.
Voor een deel klopt deze verklaring, voor een deel ook niet. Met name in de grote steden is kerksluiting niet alleen het gevolg van ontkerkelijking. Het dalend ledental heeft daar ook te maken met de trek van de stad naar het platteland. Het bijna paradoxale gevolg daarvan is dat in dorpen minigemeenten soms uitgroeiden tot megakerken. Ieder kent de voorbeelden van recent gebouwde grote kerken op de Veluwe en ook wel elders in ons land.
Blijft natuurlijk dat het triest is dat in gebouwen waar ooit een menigte uit volle borst psalmen zong en predikers met vuur de gemeente het Woord brachten nu de stilte hooguit verstoord wordt door enig ongedierte. Of dat zelfs de standplaats van de kerk niet meer wordt gevonden of gekend. Inderdaad, het is slechts hout en steen, maar het is wel een veeg teken als zelfs dat moet verdwijnen.
Soms eeuwenlang domineerden kerktorens de skyline van steden. Dat is nu in bijna alle grote plaatsen anders geworden. In een stad als Breda verdwenen binnen tien jaar drie van de vier kerktorens die de horizon van deze Brabantse plaats domineerden. De gebouwen werden gesloopt.
Daar waar de kerken overeind bleven, verdwenen ze vaak achter hoge woon- of kantoortorens. Zo werden imposante kerken nietige gebouwen.
Toch heeft het veruit de voorkeur dat kerken blijven staan, desnoods weggedrukt tussen kantoren, winkels en woonvoorzieningen. En zelfs wanneer ze hun functie als plaats van samenkomst van de christelijke gemeente hebben verloren –hoe triest dat ook is– verdient het nog de voorkeur om kerken in ieder geval uiterlijk intact te laten. Zelfs wanneer het gebouw vanbinnen een totaal andere bestemming krijgt.
Dat is jammer. Maar desondanks heeft handhaven van hout en steen veruit de voordeel. Alleen al met de vorm en uitstraling is het gebouw een getuige: Hier is het Woord opengegaan. Dat op zichzelf is al een boodschap.