Uitzicht vanuit Katwijker pastorie op zee gaf rust
Het was een bewogen tijd voor ds. G. Boer in Katwijk aan Zee. Er waren heftige theologische discussies in de kerk en hij vierde er zijn 25-jarig ambtsjubileum. Dochter Bea Lanting-Boer (66) dwaalt door de pastorie waarin zij van 1965 tot 1969 woonde. „Ik sliep in deze kamer, met uitzicht op zee en op het torentje van de Oude Kerk.”
De toenmalige pastorie van ds. Boer aan de B. J. Blommerstraat 2 staat sinds een halfjaar leeg, vanwege het vertrek van ds. J. B. ten Hove. De ingang is aan de Blommerstraat, maar de voorkant ligt aan de Boulevard, de karakteristieke promenade van Katwijk. „Ik herinner me dat de jongelui elke zondagavond hier langsslenterden, natuurlijk vooral om een geschikte vriend of vriendin te vinden”, herinnert Bea zich.
Een bijzonder huis vanwege het uitzicht, zegt zij, al is het niet meer mogelijk om vanuit de woonkamer direct de zee te zien. Door de aanleg van de ondergrondse parkeergarage zijn de duinen namelijk opgehoogd. Het voordeel is echter dat kerkgangers nu gebruik kunnen maken van de 600 parkeerplaatsen in de ondergrondse ruimte, ruim voldoende voor de ongeveer 1000 bezoekers van de Oude Kerk of Andreaskerk, beter bekend als het Witte Kerkje. Ze hoeven alleen nog maar de weg over te steken. En Katwijk kent nog steeds vrij parkeren op zondag.
Wind en zout
Vanaf de eerste en zeker de tweede verdieping van de pastorie is de zee goed te zien. Lanting loopt naar de eerste verdieping, waar de slaapkamer van haar ouders was evenals de studeerkamer van haar vader. Genoeg plaats voor de boeken, zo te zien, maar in de tijd van ds. Boer was die ruimte haast dubbel zo groot, weet Lanting. De werkkamer reikte toen van voren naar achteren in het huis, met uitzicht op zee en het Andreashof. De studeerkamer is nu opgesplitst in een werkkamer en twee slaapkamers.
De ramen zijn wit aangeslagen vanwege de voortdurende ‘aanwaai’ van het zoute zeewater. Op de tweede verdieping waren destijds de slaapkamers van de drie kinderen van het gezin Boer, in volgorde van leeftijd: Bert, Coby en Bea. Bert overleed in 2009 op 63-jarige leeftijd. In de Katwijkse periode van zijn vader trad hij in het huwelijk. Hij speelde tijdens zijn leven een belangrijke rol in de zending en het werelddiaconaat. Zus Coby overleed op 46-jarige leeftijd als gevolg van een aanrijding met een motor. Vader en moeder Boer stierven respectievelijk in 1973 en 1978.
De twee slaapkamers van de zussen bevinden zich nog in dezelfde toestand als destijds. „Bert had een kleine kamer omdat hij voor zijn studie in Utrecht verbleef”, vertelt Lanting. Vanuit haar kamer keek zij toen op de toren van het Witte Kerkje. Links daarvan is de zee te zien. „Je hoorde het water altijd duidelijk. De golfslag verspreidde op bepaalde momenten van de avond soms licht.”
Zij kon vanuit haar raam ook schuin naar beneden kijken op het Andreashof. „Ik kan mij herinneren dat er in die tijd zogenaamde baddiensten gehouden werden tijdens de zomermaanden. De eerste dienst was om halfnegen en de tweede om tien uur. Het Andreashof stond dan al vol mensen die wachtten voor de tweede dienst.”
Heftige tijd
Het was een heftige tijd, in de jaren zestig, op cultureel en theologisch gebied. Ook in de Nederlandse Hervormde Kerk. De discussie op de hervormde synode over de verzoening liep hoog op. Ds. Boer heeft er veel onder geleden. In de tijd dat ds. Boer predikant was in Huizen namen zijn landelijke activiteiten toe. Sinds 1961 maakte hij deel uit van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. In 1966 nam hij de eindredactie van De Waarheidsvriend over van prof. J. Severijn. Hij verontschuldigde zich later bij de gemeente van Katwijk omdat hij pastoraal tekortgeschoten was. De predikant vroeg er begrip voor.
Lanting: „Ik weet inderdaad dat hij destijds veel weg was. Maar als hij thuis was, dan was hij er helemaal voor de kinderen. Wel herinner ik mij dat hij altijd een boek of tijdschrift bij zich had. Maar we konden altijd bij hem komen, ook in zijn studeerkamer. Mijn vader is zo druk geweest in Katwijk dat hij nauwelijks tijd voor zichzelf of het gezin inruimde. Mijn moeder moest haar best doen om hem af en toe mee te krijgen om even heerlijk langs het strand te lopen, richting de Wassenaarse Slag. Daar genoot hij dan van.”
Lanting weet zich nog de theologische discussies op de synode en met prof. H. Berkhof te herinneren. „Met mijn broer Bert, die in die tijd theologie studeerde, sprak hij er inhoudelijk over, maar in het gezin hoorde ik er niet expliciet van. Mijn vader droeg wel altijd de noden van de kerk op in het gebed aan tafel. Dat merkte ik. Tijdens het eten op de zondagen maakte mijn vader vaak hetzelfde grapje. Hij vroeg dan: En waar heeft de dominee vandaag over gepreekt? Mijn antwoord was dan altijd: Dat zal de dominee zelf wel het beste weten. Daarna kwam hij altijd even inhoudelijk terug op de preek.”
Haar vader was een ruimdenkende predikant. „Ooit sprak een ouderling mijn vader aan omdat wij als meisjes weleens een lange broek droegen en geen hoedje op hadden in de kerk. Mijn vader reageerde in de trant van dat het niet in het uiterlijke zat. Zo ging hij altijd met mensen om. Niet veroordelend, maar proberend met de ander in gesprek te blijven.”
Confessionelen
Katwijk was vanouds een confessionele gemeente, waar Afscheiding en Doleantie nauwelijks voet aan de grond hadden gekregen. Ds. Boer kwam in de plaats van ds. W. L. Tukker, die als samenbindende figuur na een felle strijd tussen de modaliteiten in de plaats kwam van ds. P. P. J. Monster. Katwijk telde in ds. Boers tijd zeven predikanten; dit aantal zou uitbreiden tot maar liefst tien. Bonders en confessionelen werden gelijkelijk over de predikantsplaatsen verdeeld. Tot op de dag van vandaag gaan in de verschillende kerkgebouwen confessionele en Gereformeerde Bondspredikanten voor.
Lanting weet nog dat ds. Tukker weleens in het domineesgezin logeerde als hij in zijn oude gemeente voorging. „Ds. Tukker en mijn vader spraken elkaar niet met de voornaam aan. Ja, zo ging dat soms met bepaalde predikanten van een oudere generatie.”
„Het was een drukke tijd bij ons in de pastorie. Er kwamen regelmatig mensen over de vloer, vooral in de zomermaanden. Het was altijd een gezellige periode. Op het Andreashof woonden de vissers, die doorgaans wekenlang op zee waren. We kregen vaak gebakken scholletjes en tong te eten.”
Kerk
Lanting wil graag nog de Oude Kerk bekijken, de kerk die ze als tiener verschillende jaren bezocht. Het interieur ziet er nog net zo uit als destijds. Een kerk die tot de laatste plaats bezet was, herinnert zij zich. Ook de consistorie en de doopkamer in de loop der jaren zijn gelijk gebleven.
Het vertrek uit Katwijk kwam plotseling. Lanting studeerde toen in het Diaconessenhuis in Leiden voor verpleegkundige. „Toen ik een keer terugkwam uit Leiden vertelde mijn vader dat hij een beroep naar Zoetermeer aangenomen had. Het kwam bij me aan als een klap in het gezicht. Ook ik moest dus verhuizen. Ik heb nog een tijd op kamers in Leiden gewoond, maar later ben ik toch weer bij mijn ouders in Zoetermeer ingetrokken. Daar is mijn vader plotseling overleden.”
Lanting gaat zitten in een kerkbank, vlak voor de preekstoel. Zij heeft wat herinneringen opgeschreven die ze kwijt wil. „Ik herinner mijn vader als een ernstig en tegelijkertijd humorvol mens. Hij had ontzag voor God en straalde die eerbied uit. We zijn opgegroeid in een sfeer van warmte en veiligheid. Ik voelde me gedragen door liefde en gebed. Ik ben rijk gezegend met deze ouders. Zij hebben het geloof aan mij doorgegeven. Ook denk ik dat de sociale bewogenheid die ik nu ervaar, haar oorzaak vindt in mijn opvoeding.”
Gijsbert Boer
Gijsbert Boer werd op 27 maart 1913 geboren in Bodegraven. Hij studeerde theologie in Utrecht en diende de hervormde gemeenten van Eemnes-Buiten, Putten, Gouda, Lunteren, Huizen, Katwijk aan Zee en Zoetermeer. Van 1951 tot 1969 was hij lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, de laatste vier jaar als voorzitter. Tijdens de discussie in de kerk over de verzoening schreef hij een minderheidsrapport, als lid van de studiecommissie van de generale synode. Hij verleende ook medewerking aan de Open Brief (1967) en aan het Getuigenis (1971), een protest tegen de heersende theologie in de Hervormde Kerk. Ds. Boer ging in 1972 met vervroegd emeritaat en overleed plotseling in 1973.
Bea Lanting-Boer
Bea Lanting-Boer werd geboren op 8 november in 1949 in Gouda. Zij ging na de middelbare school de opleiding tot verpleegkundige volgen in het Diaconessenhuis in Leiden. Ze heeft een aantal jaren in de wijkverpleging gewerkt en was later coördinerend verpleegkundige in diverse verpleeghuizen. In 2005 richtte ze de stichting SOS Kayamandi op, die zich inzet voor (wees)kinderen in twee townships in Zuid-Afrika. Inmiddels steunt deze stichting drie weeshuizen en krijgen duizend kinderen dagelijks een broodmaaltijd op school. Lanting is momenteel voorzitter van deze stichting. Ze is getrouwd en moeder van vier kinderen en oma van twee kleinkinderen.
zomerserie Terug naar de pastorie
Met een (klein)kind van een overleden predikant terug naar het huis van zijn of haar jeugd.