Roman over Joods leven in vooroorlogs Rotterdam
Van het vooroorlogse Joodse leven in Rotterdam is maar weinig overgebleven. Het Duitse bombardement in de meidagen van 1940 en de deportaties daarna hebben de meeste Rotterdamse Joden de dood in gejaagd.
In de roman ”Emanuel” van Chris Buitendijk herleeft de tijd waarin de Joden deel uitmaakten van het dagelijkse straatbeeld in Rotterdam.
Emanuel Cats is een Jood over wie in de Rotterdamse archieven gegevens terug te vinden zijn. Fascinerend genoeg staat zijn naam ook geschreven in een Thorarol die de Rotterdamse schrijver Chris Buitendijk via zijn opa in handen kreeg. Buitendijk besloot op onderzoek uit te gaan om meer te weten te komen over deze Jood, die hem meer en meer ging intrigeren. Met behulp van de verkregen gegevens, zijn kennis van het Hebreeuws en van Joods Rotterdam heeft hij Emanuel tot leven gewekt in de gelijknamige roman.
Buitendijk schetst het leven van Emanuel vanaf het moment dat die zich in 1909 als dertienjarige jongen voorbereidt op zijn bar mitswa, de bekrachtiging van zijn religieuze meerderjarigheid als Jood. Bij die gelegenheid krijgt hij van zijn ouders een Thora in twee talen: het Hebreeuws en het Nederlands. Hij is erg blij met dit geschenk, maar het raakt al gauw op de achtergrond. Pas later in zijn leven gaat hij weer serieus lezen in zijn Thora en in de oorlogsjaren laat hij het boek achter bij een zakenrelatie, de opa van de latere schrijver Buitendijk. Dan eindigt ook de roman. Emanuel is in de oorlog omgekomen in het Poolse Malapane, waarschijnlijk als dwangarbeider afkomstig uit Kamp Westerbork.
Droevig
Die wetenschap stemt droevig, want het is Buitendijks verdienste dat Emanuel in deze roman is uitgegroeid tot een man van vlees en bloed om wiens dood de lezer een brok in de keel krijgt. Emanuel heeft verlangens en twijfels, ervaart verliefdheid en rouw, doet zijn best een goed mens te zijn, maar maakt geregeld verkeerde inschattingen, kortom, het is niet moeilijk je hem voor te stellen als iemand met wie je al jaren op vertrouwelijke voet omgaat.
Buitendijk vertelt dit goed te volgen verhaal van Emanuel op een onopgesmukte manier, die sympathiek aandoet. Tussendoor doet hij verslag van zijn historische speurwerk, beschrijft de Rotterdamse couleur locale van destijds en denkt hardop na over de manier waarop hij na het vinden van gegevens verder zal gaan schrijven. Ook op deze manier betrekt hij de lezer actief bij het nadenken over het leven van Emanuel.
De ingevoegde foto’s van het toenmalige Rotterdam geven dit boek meerwaarde: ze vormen de achtergrond waartegen we Emanuels leven voor ons zien en ze houden de herinnering levend aan een periode waarvan vele sporen door verschillende oorzaken zijn uitgewist.
Aparte uitgave
Een van de beschreven wijken, de Zandstraatbuurt, waar verhoudingsgewijs veel Joden woonden, had al voor de Tweede Wereldoorlog plaats moeten maken voor het stadhuis en het hoofdpostkantoor, maar dat er van de sjoel aan de Boompjes geen steen op de andere bleef, vond zijn oorzaak in het bombardement van 1940.
Over de Joodse inwoners van de Zandstraatbuurt is ook een aparte uitgave verschenen (”De Zandstraatbuurt en zijn Joodse inwoners”), met medewerking van Chris Buitendijk, die een mooie aanvulling vormt op ”Emanuel” voor wie nog meer van het Joodse Rotterdam te weten wil komen.
Boekgegevens
Emanuel, Chris Buitendijk; uitg. Douane, Rotterdam, 2016; ISBN 978 90 7224 792 6; 324 blz.; € 17,50; De Zandstraatbuurt en zijn Joodse inwoners, Hans Schippers e.a.; uitg. Douane, Rotterdam, 2016; ISBN 978 90 7224 795 7; 72 blz.; € 17,50.