Op 19 april 1529, tijdens de Rijksdag van Speyer, verweerden zes Duitse vorsten en veertien steden zich met een zogeheten ”Protestation” tegen pogingen om de Reformatie aan banden te leggen. Sindsdien heten de volgelingen van de kerkhervormer Maarten Luther protestanten.

Later werd ”protestants” de verzamelnaam voor alle kerken die uit de Reformatie zijn voortgekomen. De ”Protestation”, waarin de vrijheid van het individu in geloofszaken centraal stond, is volgens kerkhistorici een mijlpaal geweest in de totstandkoming van godsdienstvrijheid.

De Protestantse Kerk in de Pfalz begint de festiviteiten ter gelegenheid van het jubileum maandag met een zevendaags symposium in Speyer over verleden, heden en toekomst van het protestantisme.

In 1529 probeerden koning Ferdinand en de meerderheid van de rooms-katholieke vorsten in Speyer de besluiten van de Rijksdag van Worms, in 1521, ongedaan te maken. Deze hadden ervoor gezorgd dat de Reformatie werd getolereerd. Met hun ”Protestation” legde de reformatorische beweging volgens kerkhistorici de basis voor een eigen kerkelijke organisatie en geloofscultuur.

Tot de sprekers op het symposium behoort ook de Duitse kardinaal Karl Lehmann, voorzitter van de rooms-katholieke bisschoppenconferentie in Duitsland. Hij zal spreken over het belang van het protestantisme vanuit rooms-katholiek gezichtspunt.

Bij het 400-jarig jubileum van de ”Protestation”, dat in 1929 grootscheeps werd gevierd, was een rooms-katholieke bijdrage nog ondenkbaar geweest, aldus voorzitter Eberhard Cherdron van de Protestantse Kerk in de Pfalz.