Voorbeelden
Jesaja 25:6
„En de Heere der heirscharen zal op deze berg alle volken een vette maaltijd maken, een maaltijd van reine wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen die gezuiverd zijn.”
Het volk stond met verschrikking en beving onder de berg Sinaï, verplicht om op een bepaalde afstand te blijven, op straf om aanstonds zonder genade gedood te worden. Het volk hoorde de stem der woorden die hen met verschrikking vervulden. Zelfs Mozes was gans bevreesd en beefde. Deze berg verbeeldde de kerk van het Oude Testament in haar eigenlijke staat (Galaten 4:3 en 25).
Nadat het daar enige tijd gebleven was, bracht de Heere Zijn volk in Kanaän, een land overvloeiende van melk en honing. Hij bracht het tot de grenzen van Zijn heiligheid (Psalm 78:54) en bevestigde het volk te Jeruzalem in geruste woonplaatsen (Jesaja 33:20). Daar verkoos Hij de berg Sion tot de plaats van Zijn dienst. Hij verordineerde daar de verrichting van de godsdienst die dienen moest om Christus als de Verlosser der zondaren van de vloeken en schrikken der vurige wet af te schaduwen en voor te stellen. Daar werd de tempel door Gods bevel gebouwd. Hier was de ark, het verzoendeksel en de offerdienst. Deze zaken verbeelden Christus, het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt.
Thomas Halyburton,
hoogleraar in St. Andrews
(”De zondaar verheugd in Gods heiligdom”, 1763)