Misstanden verzorgingsstaat vooral zichtbaar bij ouderen
Verpleegkundigen luiden de noodklok, zo werd woensdag duidelijk. De V&VN, de beroepsvereniging van verpleegkundigen en verzorgenden, merkt onder haar leden dat verpleegkundigen steeds meer taken van huishoudelijke hulpen op zich nemen. Dit omdat gemeenten juist op die huishoudelijke hulp bezuinigen. Met als bijeffect dat steeds meer huishoudelijk werk overgenomen moet worden door mantelzorgers. En die raken overbelast, waardoor basale huishoudelijke werkzaamheden nu soms door verpleegkundigen worden gedaan. Met als gevolg dat die weer te weinig tijd hebben om alle patiënten te bezoeken of hun kerntaken uit te voeren.
Zo op het eerste gezicht lijkt het niet zo erg dat een verpleegkundige een afwasje doet bij een patiënt. Of een kapotte lamp vervangt in het toilet. Want wie moet het anders doen?
Gelukkig hebben de meeste verzorgenden het hart op de goede plaats zitten. En dan loop je, ook al heb je geen tijd, niet gemakkelijk om de zorgen en problemen van de patiënten heen.
Toch trekt de V&VN niet voor niets aan de bel. Er is op onderdelen iets grondig mis met onze verzorgingsstaat. En de gevolgen daarvan worden steeds zichtbaarder, vooral in de hulp aan ouderen. Zij moeten, tot op hoge leeftijd, zichzelf zien te redden en thuis blijven wonen. Maar dat betekent dat er zware lasten op de schouders van de omgeving van deze ouderen komen te liggen. Familieleden en buren doen er in de meeste gevallen alles aan om de senioren te helpen. Maar ook hun draagkracht is beperkt. Zij hebben vaak gezinnen en hun werk, en raken niet zelden overbelast door de zorg die ze aan hun ouders en buren moeten –en gelukkig meestal uit liefde– geven.
De maatschappij heeft vroeger te gemakkelijk de zorg voor ouderen uitbesteed aan professionals. Als je een bepaalde leeftijd bereikte, verhuisde je bijna automatisch naar een bejaardentehuis en daar werd je 24 uur per dag verzorgd. De familie kwam één keer per week op bezoek, en dat was het.
Nu is dat allemaal naar de andere kant doorgeslagen. Gemeenten verlenen, na de nodige bureaucratisch rompslomp, een maandelijks budget en verder moet je het maar uitzoeken. Met als gevolg dat familie, vrienden en buren binnen de kortste keren overbelast raken. Met nu als bijeffect dat verpleegkundigen taken op zich nemen die ze eigenlijk niet hoeven te verrichten.
Er zijn ouderen, zeker als ze niet op hun kinderen kunnen terugvallen, die met zorg de toekomst tegemoetzien. En dat terwijl ze zelf tientallen jaren meegewerkt hebben aan de opbouw van de welvaart zoals we die nu kennen. Dat is bitter en het noopt tot actie.
Mantelzorgers zijn van onschatbare waarde. Behulpzame buren en vrienden zijn onmisbaar. Jongeren moeten gestimuleerd worden om ouderen te helpen. In de supermarkt, bij het oversteken van de straat, of waar dan ook. Respect voor grijze haren is Bijbels.
Tegelijk blijft ook waar dat de professionele manier waarop een samenleving omgaat met kinderen en ouderen meer zegt over het niveau van een maatschappij dan economische groeicijfers.