Opinie

Jordaanse christenen hebben vrijheid te danken aan koning Abdullah II

Christenen in Jordanië hebben het aan koning Abdullah II te danken dat zij worden getolereerd 
in de samenleving, stellen Elise Abbey-van Doorn, Engelbert van Voorden en Bas Belder.

Elise Abbey-van Doorn, Engelbert van Voorden en Bas Belder
27 July 2016 10:04Gewijzigd op 16 November 2020 05:21
beeld AFP, Jordanian Royal Palace/Yousef Allan
beeld AFP, Jordanian Royal Palace/Yousef Allan

Met het voortwoeden van de regio­nale oorlog in Syrië dreigt het islamistisch geweld over te slaan naar Jordanië. En waarschijnlijk nog wel van binnenuit, waarschuwde de Jordaanse radicalis­me-expert Mohammad Abu-Rumman. Hoe ervaren Jordaanse christenen deze dreiging?

Te midden van al het oorlogs­geweld in het Midden-Oosten lijkt de situatie in Jordanië vooralsnog stabiel. Al zijn de veelvuldige politie­controles op weg van Amman naar de grens met Syrië in het noorden van het land een teken aan de wand. Ook in gesprekken met Jordaanse burgers haasten zowel christenen als moslims zich om de goede situatie in Jordanië te benadrukken. „Problemen? Nee, in Jordanië hebben we geen problemen. Moslims en christenen leven gebroeder­lijk samen.” Maar wanneer de gesprekken indringender worden, weerleggen de feiten het bezwerende antwoord.

Jordanië kampt met een zeer zwakke economische situatie, een grote toestroom van Syrische vluchtelingen en spanningen tussen de diverse bevolkings­groepen (zogenoemde ”East Bankers” versus Palestijnen). De hoge werkloosheid, dalende lonen en stijgende huurprijzen worden gevreesd omdat ze een voedingsbodem vormen voor islamitisch jihadisme. De overheid probeert dan ook iedere uiting van religieus extremisme de kop in te drukken.

Berichten over binnenlands terrorisme of religieuze spanningen worden gecensureerd. Desalniette­min kwam naar buiten dat op 21 juni bij een terreuraanval van Islamitische Staat (IS) op een Jordaanse post bij de grens met Syrië zeven soldaten het leven lieten en veertien anderen gewond raakten. Tel daarbij de meer dan 2000 jonge Jordaniërs op die zich bij IS in Syrië hebben aangesloten, en de jihadistische dreiging voor het Hasjemitische koninkrijk van vorst Abdullah II is evident.

Binnen dat koninkrijk is ongeveer 1,5 procent van de bevolking christen. Als numeriek nietige minderheid weten Jordaanse christenen zich beschermd door het Jordaanse koningshuis. Voor de koning hebben zij dan ook niets dan lof. Vorst Abdullah II is de enige reden dat er voor christenen nog plaats is in Jordanië. Zonder een sterk koningshuis zal het christenen in Jordanië vergaan zoals hun geloofsgenoten in Syrië en Irak, klinkt het eenstemmig in een kerkelijke vergaderzaal in Amman.

Haatprediking in moskeeën vindt wekelijks plaats, en een kleine gebeurtenis kan reeds aanleiding geven tot gewelddadigheden. Recent werd in Zarqa, een stad in het noordoosten van Jordanië die bekendstaat als bolwerk van de salafistische beweging, een kerk aangevallen door honderden moslims. Dit werd door de autoriteiten onder het spreekwoordelijke tapijt geveegd, evenals de religieuze connotatie van de gebeurtenis.

De scheidslijnen in de samen­leving zijn scherper en dieper dan de Jordaanse overheid graag doet geloven. Inwoners durven die vrijwel niet te benoemen. Een rooms-katholieke priester die een weeshuis en school beheert waar zowel christelijke als moslimkinderen welkom zijn, duidt het met een klein maar sprekend voorbeeld: waar de kinderen op school samen spelen, gebeurt dit na schooltijd absoluut niet omdat ouders hun kinderen hiervoor waarschuwen.

Een punt van zorg in het Jordaanse onderwijs is voor christenen het volledig onbenoemd laten van hun aanwezigheid en religieuze identiteit in de voorgeschreven lesstof. Alsof Jordanië geen christenen kent! Daar staat weer tegenover dat het peperdure christelijk privéonderwijs zeer gewild is bij draagkrachtige islamitische ouders. En spontane twintigers merken in hun zakelijke contacten dat zij als christelijke eenlingen in een islamitische werkomgeving wel degelijk de ruimte krijgen om de eigen geloofsover­tuiging in te brengen in serieuze gesprekken. Zeker als christenen ervoor zorgen dat er op hun inzet voor de baas niets, maar dan ook niets valt aan te merken.

Met de parlementsverkiezingen op 20 september in het vooruitzicht beklemtonen Jordaanse christenen bij herhaling dat Europese democratische principes en praktijken niet van toepassing zijn op de huidige tribale samenleving in hun vaderland. Familieconnecties wegen zwaarder in het Jordaanse politieke bedrijf dan partijprogramma’s en/of de persoonlijke capaciteiten van kandidaten. In de Jordaanse samenleving is een sterke machtspositie van koning Abdullah onontbeerlijk voor enige mate van sociale stabiliteit, klinkt het alom uit christelijke mond.

Ondanks interne en externe islamistische bedreigingen zijn de Jordaanse christenen veelal positief gestemd. Allereerst omdat zij vertrouwen op God. „We hebben een goede Vriend en Hij zal voor ons zorgen”, zo verwoordde de christelijke directeur van een doven- en blindeninstituut in het zuiden van het land zijn vertrouwen. Ook zien christenen voor zichzelf een taak weggelegd. „Wij zijn hier geboren, wij willen ons hier dienstbaar maken voor de samenleving”, aldus een jonge Jordaanse christin. Daarbij willen wij hen graag steunen door middel van kennisuitwisseling en training.

Elise Abbey-van Doorn en Engelbert van Voorden zijn actief voor de stichting Vormingsactiviteiten van de SGP. Bas Belder is lid van het Europees Parlement namens de ChristenUnie-SGP. De auteurs waren vorige week op werkbezoek in Jordanië.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer