Amerika dreigt voorbeeldfunctie in de wereld te verliezen
Amerika geldt in de wereld nog steeds als het voorbeeld van een democratische samenleving. Daar krijgt het individu bijna onbeperkte kansen en heeft het maximale vrijheid. Alleen de vraag is hoelang dit nog zo is.
Het is immers wel bizar wat er de laatste weken in de aanloop naar de presidentsverkiezingen zoal passeert in de Verenigde Staten. Als het niet om te serieuze zaken ging, waren de nieuwsberichten bij elkaar goed voor een film vol cynisme, spot en humor. Maar daarvoor zijn de ontwikkelingen te ernstig.
De herrie rond de partijconventies alleen al zijn het bewijs dat de onvrede en verdeeldheid onder de Amerikaanse bevolking bijna onbeheersbaar zijn geworden.
Dat er vorige week bij de Republikeinen vuurwerk zou zijn, had iedereen wel voorzien. De nominatie van Donald Trump was en is niet onomstreden. Met zijn forse, ongenuanceerde uitspraken weet hij burgers te raken, hetzij door hen voor zich te winnen, hetzij door hen af te stoten.
Weinigen hadden echter verwacht dat er op en rond de Democratische conventie, deze week, zo veel rumoer zou zijn. Uitgelekte e-mails tonen hoe er intern gerommeld wordt. Dat heeft het wantrouwen jegens de partijleiding enorm gevoed en de geloofwaardigheid van Hillary Clinton, die toch al niet groot was, nog meer onder druk gezet.
Bovendien zijn de demonstraties in de directe omgeving van het conventiecentrum van Philadelphia heviger dan die in heel Cleveland tijdens de Republikeinse conventie. Dat zegt ook iets.
Nu is het een te ideale voorstelling van zaken om te beweren dat er rond verkiezingen in het verleden geen gedoe was. De Amerikaanse politieke geschiedenis is doorspekt van schandalen en kent verschillende crises. Denk alleen maar aan het Watergateschandaal en aan het bijna eindeloze gesteggel over de telling van de stemmen in Florida bij de verkiezingsstrijd tussen Bush en Gore.
Het verschil met het verleden is echter dat er nu zo veel verdeeldheid en onvrede is dat de bevolking werkelijk niet meer lijkt te weten wie er in alle redelijkheid haar stem verdient. Democraten zeggen op Trump te stemmen uit afkeer van Clinton, Republikeinen overwegen het omgekeerde te doen. Velen denken maar thuis te blijven.
Behalve de ergernis over het gesjoemel en moddergooien is er de enorme onvrede over de hardhorendheid van het politieke establishment. „Washington doet maar, denkt alleen aan het eigenbelang. Snapt niet wat er onder het volk leeft.” Dat is de veelgehoorde klacht. Dat is ook het aambeeld waarop Trump slaat. Die vervreemding is misschien wel het grootste probleem.
Dat ook nog eens groter wordt vanwege de toenemende spanningen tussen blank en zwart, de groeiende inkomensverschillen en door de immigrantenproblematiek.
Vele decennia gold Amerika in de wereld als het grote voorbeeld voor de democratie. Maar er moet snel iets veranderen, anders is het nog wel steeds het voorbeeld, maar dan voor hoe het niet moet.