Straf Bosnische Serviërs voor tegenwerken onderzoek
Paddy Ashdown, de hoogste internationale bestuurder in Bosnië, heeft donderdag aangekondigd sancties in te stellen tegen de Bosnisch-Servische autoriteiten omdat die een onderzoek naar de massamoord bij Srebrenica hebben tegengewerkt.
Ashdown vroeg de Bosnische Serviërs een halfjaar geleden een commissie op te zetten die het lot zou onderzoeken van de circa 7500 vermoorde mannen uit de enclave, die in juli 1995 werden gedood na de bezetting van de stad door troepen van de Bosnisch-Servische legerleider Ratko Mladic. Ashdown wilde vooral dat er duidelijkheid zou worden geschapen over de 5000 personen die wel vermist zijn maar wier lichamen niet zijn gevonden. Ondanks herhaalde oproepen van Ashdown hebben de Bosnische Serviërs nagelaten die opdracht uit te voeren.
Ashdown wil dat de Bosnische Serviërs onderzoek doen naar betrokkenen bij de slachting van Srebrenica die zich in het Servische deel van Bosnië bevinden en plaatsen in kaart brengen waar mogelijke slachtoffers zich bevinden. Tot dusver zijn de lichamen van ongeveer 5000 slachtoffers gevonden. De graven van mogelijk 3000 andere mannen uit Srebrenica zijn onbekend.
Ashdown stelt dat de door de Bosnisch-Servische autoriteiten aangestelde commissie zich beperkt heeft tot het „catalogiseren van de moeilijkheden” om het door hem gevraagde onderzoek uit te voeren. „Het is niet acceptabel dat bijna tien jaar na de misdaden in Srebrenica er in de Bosnisch-Servische entiteit nog steeds mensen en instanties zijn die deze misdaden proberen te verhullen”, aldus Ashdown.
Welke maatregelen hij zal nemen tegen de Bosnisch-Servische autoriteiten liet Ashdown donderdag in het midden.