Nederlander wantrouwt internationale goede doelen
Zielige Afrikaanse kindjes met opgeblazen hongerbuik. Zo’n beeld gebruiken organisaties om mensen de portemonnee te laten trekken. Maar werkt dit wel? De reputatie van internationale hulporganisaties is niet best. Wat betekent dit voor ZOA en Woord en Daad?
Nederlanders wantrouwen internationale goede doelen, blijkt uit het dinsdag gepresenteerde ”Goede Doelen Merkenonderzoek 2016”. Van alle typen hulporganisaties scoren instanties die zich voor doelen over de grens inzetten het slechtst. Mensen investeren liever in organisaties die zich bekommeren om de problemen dichtbij huis, zoals het Leger des Heils en CliniClowns.
Het idee geld te storten in een bodemloze put weerhoudt veel Nederlanders ervan te doneren aan internationale hulporganisaties. De beeldvorming die veel goede doelen uitstralen, draagt bij aan dit gevoel van wantrouwen en machteloosheid.
„Veel van deze organisaties benadrukken vooral de problemen in de wereld”, zegt Siri Lijfering van IDleaks, een vrijwilligersnetwerk dat zich inzet voor eerlijke beeldvorming rond ontwikkelingshulp. „Hierdoor krijgen mensen het gevoel dat er de afgelopen decennia niets is veranderd en vragen ze zich af hoeveel zin het heeft om aan deze doelen bij te dragen. Claims zoals ”Red een kind voor 3 euro” bevorderen dit.”
Hulporganisaties moeten realistischer en aansprekender communiceren, vindt Lijfering. „Breng de grote stappen die er zijn gemaakt op het gebied van armoedebestrijding voor het voetlicht. Toon het werk van lokale partners en laat zien wat je hebt bereikt.”
Ga als hulporganisatie ook in gesprek met donateurs, adviseert Lijfering. „Vaak gaat de meeste energie zitten in televisiespotjes, maar de dialoog aangaan met donateurs is minstens zo belangrijk. Betrek mensen bij wat je doet.”
Unicef voert de lijst ”internationale hulp” aan, gevolgd door Artsen zonder Grenzen en War Child. Christelijke organisaties zoals Kerk in Actie, Dorcas, Open Doors, Woord en Daad en ZOA komen achtereenvolgens op plaats 16, 20, 21, 22 en 23.
Het is „mooi” dat ZOA er op staat, reageert Nathalie Eilander van ZOA. „Het is goed om te merken dat Nederlanders ZOA, een hulporganisatie met een christelijke identiteit, herkennen.”
Teruglopende inkomsten heeft ZOA niet. „Onze achterban heeft ruimhartig gegeven voor onder meer hulp in het Midden-Oosten. Ons jaarverslag laat zien dat het totaalbedrag aan giften uit onze achterban is toegenomen. Daarvoor zijn we dankbaar.”
Ook Woord en Daad is „blij” dat zij op de lijst staat, zegt bestuurder Rina Molenaar. Ze merkt dat het werk van Woord en Daad vanwege de vluchtelingencrisis voor velen dichterbij is gekomen.
Hoe betrekt Woord en Daad de achterban? Veel geldschieters hebben „dieperliggende vragen” over de vluchtelingenproblematiek, zegt Molenaar. „Daarom gaven wij hierover een magazine uit. We probeerden daarin mythes rond te vluchtelingenproblematiek te ontmaskeren en te laten zien dat er geen eenvoudige oplossingen zijn. Door het eerlijke verhaal te vertellen, proberen wij vertrouwen te wekken bij onze donateurs.”
KWF heeft sterkste reputatie
De belangrijkste bevindingen uit een dinsdag gepresenteerd tweejaarlijks merkenonderzoek over goede doelen.
Donateurs vertrouwen internationale hulporganisaties het minst.
Geldschieter zoekt liever goed doel dicht bij huis.
VluchtelingenWerk Nederland behoort tot sterkste imagostijgers van afgelopen twee jaar.
Vertrouwen in keurmerken voor goede doelen bedroevend laag.
Fairtradekeurmerk Max Havelaar heeft hoogste aanzien.
KWF Kankerbestrijding heeft het sterkste imago onder de Nederlandse bevolking.
Reputatie van natuurorganisaties keldert al jaren.
Kinderpostzegels populairste wervingsactie.
Kika kan meeste nieuwe donateurs verwachten.