Oppositie getergd door ’moreel appèl’ Kamp
Minister Kamp van Defensie heeft de linkse oppositie in de Tweede Kamer donderdag stevig geïrriteerd door er op te wijzen dat het onoverkomelijk zou zijn voor de Iraakse bevolking als landen als Nederland zich terug zouden trekken uit Irak. Vooral PvdA en GroenLinks reageerden geprikkeld op wat PvdA’er Koenders „een moreel appèl" noemde.
„Uw morele superioriteit hangt mij de keel uit", zei GroenLinks–Kamerlid Karimi. PvdA–woordvoerders Koenders liep tegen het einde van het debat zelfs uit protest even de zaal uit, omdat Kamp op zijn eigen wijze antwoordde op vragen van de sociaal–democraat. CDA’er Eurlings nam Kamp in bescherming en noemde de opmerkingen van Karimi van „een bedenkelijk niveau".
Kamp had de Kamerleden voorgehouden wat er zou gebeuren als Nederland weg zou gaan uit Irak en andere landen dat voorbeeld zouden volgen. „Natuurlijk worstelt het kabinet met een besluit over verlenging, maar hoe ingrijpend zal het weggaan wel niet zijn voor de Iraakse bevolking die al tientallen jaren heeft geleden", zei Kamp.
Volgens hem willen de Amerikanen, de Britten en de Verenigde Naties dat Nederland blijft in de zuidelijke provincie Al Muthanna. „De Amerikanen investeren tientallen miljarden dollars in de wederopbouw van Irak. Natuurlijk gaan er dingen verkeerd, maar de VS willen een verbetering voor de mensen in Irak en willen zo snel mogelijk weg uit het land. In alle bescheidenheid zeg ik met president Bush: we blijven geen dag langer dan nodig."
Koenders hield de minister voor dat iedereen het beste wil voor de Iraakse bevolking, maar dat Kamp ook geen rekening hield met de bevolking van Liberia of Afghanistan toen het kabinet besloot de missie daar te beëindigen.
In het debat ging het formeel nog niet over een verlenging van de Nederlandse missie. Het kabinet zal daarover pas volgende maand besluiten als de speciale VN–gezant Brahimi zijn rapport over de mogelijke rol van de VN heeft uitgebracht. Voor Kamp moet het ook weer niet te lang duren, want dan valt er een onverantwoord gat in de beveiliging van de zuidelijke provincie Al Muthanna.
De situatie in de provincie is volgens Kamp de afgelopen dagen overigens weer iets verbeterd, want militairen kunnen weer zonder helm patrouilleren. Het lijkt erop alsof de onrust uit radicale hoek over het hoogtepunt heen is, suggereerde de bewindsman. Dat zou mede te maken hebben met de forse kritiek die de radicale shiietische leider Al Sadr heeft ondervonden van zijn meer gematigde collega’s.
In het debat werd duidelijk dat de PvdA nog geen definitief nee zegt tegen een verlenging, mits er een „radicale koerswijziging" komt die leidt tot een centrale rol voor de Verenigde Naties in Irak. PvdA–leider Bos zei onlangs, kort na de terroristische aanslagen in Madrid, nog „dat het mooi geweest is met de Nederlandse aanwezigheid in Irak".
VVD–Kamerlid Wilders uitte kritiek op het kabinet dat in zijn ogen het gevaar van Al Sadr „niet altijd even serieus had genomen". Ook CDA’er Eurlings zei dat hij niet tevreden was over hoe het kabinet eerder Al Sadr had gepresenteerd als „een pragmatisch man".
Minister Bot van Buitenlandse Zaken wees de kritiek van de hand. De machtspositie van Al Sadr is door de opstand van zijn aanhangers juist verkleind. „Hij heeft een deuk opgelopen en veel vertrouwen van sjiitische geestelijken verloren", aldus Bot.
Koenders bleef verder aandringen op een centrale rol van de VN met eindverantwoordelijkheid voor de westerse inspanningen in het land. De VN zitten volgens Bot echter helemaal niet op zo’n zware rol te wachten. De organisatie ziet meer in een ondersteunende rol „op specifieke terreinen", bij bijvoorbeeld de voorbereidingen van de verkiezingen volgend jaar. „Als de rol van de VN té centraal wordt, wek je de indruk dat het land geregeerd wordt door krachten van buiten," aldus Bot.