Na zestien jaar weer jeugdroman van Anke de Vries
Anke de Vries is een bekende naam binnen de Nederlandse jeugdliteratuur. Een klassieker is haar boek ”Blauwe plekken” uit 1992. Nadat in 2000 ”De rode handschoen” werd uitgebracht, was er geen jeugdroman van haar meer verschenen. Tot nu.
Ze laat opnieuw van zich horen met ”Littekens”. Zoals meer van haar boeken speelt ”Littekens” zich af in het gebied waar de auteur zelf woont: Zuid-Frankrijk. Het Zuid-Franse landschap lacht je vanaf de bladzijden toe: asfalt dat ligt te „stoven in de zon”, bergen van kalksteen en velden vol lavendel of zonnebloemen. Hoofdpersoon Paul fietst in de zomervakantie alleen vanuit Nederland naar zijn oom Pierre en tante Martine, die in Zuid-Frankrijk wonen. Hij heeft het nodige te verwerken. Vanwege een tumor is hij aan zijn been geopereerd, waardoor hij zijn grote hobby –tennis– niet meer kan uitoefenen. Tenminste, niet op zijn oude niveau.
Hoewel zijn leeftijd nergens explicitiet wordt genoemd, lijkt Paul een jaar of zestien, zeventien te zijn; soms wordt hij wat te volwassen en te voorbeeldig afgeschilderd. Vlak voordat hij bij zijn oom en tante aankomt, ontmoet Paul een Frans meisje aan wie hij de weg wil vragen. Maar ze loopt hem straal voorbij en doet alsof ze hem niet hoort. In de periode erna komt hij haar vaker tegen, en altijd is ze aan het wandelen. Paul weet met haar in contact te komen. Ze blijkt in de buurt van zijn oom en tante te verblijven, bij haar oma.
Intussen legt de Franse politie contact met Paul. Tijdens zijn fietstocht had hij een nacht bij ene monsieur Martin gelogeerd. Maar kort na Pauls bezoek blijkt monsieur Martin te zijn overleden, en de politie wil onderzoeken of Paul hier iets mee te maken heeft. Dat blijkt niet zo te zijn. De brigadier heeft wel het gevoel dat het niet toevallig is dat hij deze jongen ontmoet heeft.
Tussen Paul en Clara bloeit er een vriendschap op, zelfs meer. Het meisje ontdooit helemaal in het gezin van Pauls oom en tante en wordt dikke maatjes met zijn neefjes. Maar als Clara een medaillon onder ogen krijgt dat op onverklaarbare wijze in het huis van oom Pierre en tante Martine is terechtgekomen, neemt ze plotsklaps de benen. Paul begrijpt er niets van en wil haar opzoeken bij haar oma. Maar ook daar blijkt ze niet meer te zijn.
Gelukkig vinden de twee elkaar weer. Clara blijkt een heftige gebeurtenis meegemaakt te hebben, waarvan ze de gevolgen als een zware last met zich meedraagt. Twee jonge mensen met littekens, de een vanbinnen, de ander vanbuiten. Beiden moeten leren daarmee om te gaan, en dat het geen oplossing is om alleen met je ‘pakketje’ te blijven lopen.
De Vries weet de spanning er goed in te houden, het boek heeft wat weg van een detective. Daarbij schildert ze met warmte het proces van volwassen worden van twee jonge mensen en de groei van hun liefde. Intussen zijn er allerlei niet-toevallige gebeurtenissen waardoor schuldigen uiteindelijk aangewezen worden en slachtoffers duidelijkheid krijgen. Zit hier een hogere hand achter? Als antwoord laat De Vries op diverse plaatsen het beeld van Maria opduiken.
De stijl doet afbreuk aan het verder boeiende boek. Er zijn zinnen als pareltjes, maar evenzoveel minder fraaie voorbeelden. Clichés als: „Morgen. Het woord hield een belofte in”, of de mededeling dat „haar tranen” zout smaken. Dan hebben we het nog niet eens over de vloeken. Daarom steekt deze roman zeker niet uit boven De Vries’ bekendste boek, ”Blauwe plekken”.
Boekgegevens
”Littekens”, Anke de Vries; uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2016; ISBN 978 90 477 0778 3; 168 blz.; € 14,95.