„Haagse Nieuwe Kerk heeft een gewijde sfeer”
De stilte daalt neer als de leden van Cantatrix hun plek innemen voor de preekstoel in de Haagse Nieuwe Kerk. Even later klinkt hun zang door de kerkruimte. Geen detail raakt ondergesneeuwd. „Je kunt hier een speld horen vallen. Daardoor durven musici meer dan elders”, weet programmeur Corné Ran.
Waar eeuwenlang protestanten naar de Bijbelse boodschap luisterden, komen mensen nu vooral voor concerten en evenementen bij elkaar. De stenen van het gebouw en een deel van het interieur bleven door de jaren heen hetzelfde (zie ”Preekstoel centraal”).
Buiten het gebouw doet nog weinig aan vroeger tijden denken. Links en rechts van de Nieuwe Kerk zijn kantoorgebouwen en appartementen opgetrokken. Aan de overkant van het Spui staat een immense witte kolos, het onderkomen van gemeenteambtenaren. Gelukkig doorstond een rij pandjes aan het Spui de tand des tijds. Daardoor bleef iets van de sfeer van toen behouden.
Op het gras van de tuin die het kerkgebouw omgeeft, ligt een oude man te slapen. Zijn rollator staat naast het graf van de filosoof en humanist Spinoza, dat zich vroeger in kerk bevond. Boven de ingang van het godshuis prijkt de Bijbeltekst: „Het woord des Heeren blijft in der eeuwigheid.”
In de kerkruimte fotograferen verschillende concertgangers met hun mobieltje de herenbanken, preekstoel, kroonluchters en het houten gewelf. Een enkeling doet een poging om het orgelfront uit 1702 op de gevoelige plaat vast te leggen. Dat blijkt lastig, omdat de pijpen en beschilderde orgelluiken voor een deel schuilgaan achter een glazen scherm met horizontale houten panelen. De panelen links en rechts en boven in de kerk zijn bedoeld om de ruimte beter geschikt te maken voor de uitvoering van kamermuziek.
Verfijnde klank
Een kleine vijftig bezoekers zijn op deze vrijdagavond in juni naar de Nieuwe Kerk gekomen. Ze zijn nieuwsgierig naar de verrichtingen van vocaal ensemble Cantatrix. De amateurzangers uit Friesland –veertien mannen en vijftien vrouwen– stellen hen niet teleur. Of het nu oude muziek van Sweelinck en Schütz of meer eigentijdse werken van Duruflé, De Leeuw of Ducret betreft, de koorklank klinkt doorzichtig, verfijnd en verzorgd. De avond vormt de opmaat voor twee optredens van Cantatrix in Parijs.
Tijdens de pauze is het publiek welkom in de ruimte onder de kerkzaal, waar zich ook de toiletten en de garderobe bevinden. Achter de bar waar koffie, fris of een wijntje wordt geschonken, is een aantal grafstenen uit de zeventiende eeuw in de muur gemetseld. Een opmerkelijke combinatie.
Ogen dicht
Judy van Engeldorp Gastelaars komt zo’n drie keer per seizoen naar de Nieuwe Kerk, vertelt ze in de pauze. „Met name voor koormuziek, bijvoorbeeld concerten van het Nederlands Kamerkoor en The Gents.” Zelf zingt ze in tweede koren, de cantorij van de Oude Kerk in haar woonplaats Voorburg en Gaudete Gregoriaans Koor Den Haag.
Ze vindt de Nieuwe Kerk een fijne locatie. „Ik zit het liefst op de eerste rij. Daar heb ik het beste zicht op de dirigent en de zangers en bevind ik mij midden in de muziek. Soms doe ik mijn ogen dicht om alles nog intenser te beleven.”
Een kooroptreden inspireert, merkt Van Engeldorp Gastelaars. „Cantatrix zingt vanavond ”Ubi Caritas” van Duruflé, een werk dat ook bij Gaudete op de lessenaar staat.” Ze vindt dat er deze avond weinig bezoekers zijn. „Misschien komt dit doordat het Haagse publiek verwend is met bekende koren en niet zo snel voor een onbekend gezelschap in beweging komt.”
Muisstil
Cantatrix vervolgt het programma met ”Svyati” van Taverner, een werk waarin ook celliste Amke te Wies is te horen. Geen detail van haar spel gaat verloren. „Je kunt in de Nieuwe Kerk de snaren voelen trillen. Zowel het publiek als de musici zijn enthousiast over de akoestiek. Laatstgenoemden durven sneller dan elders de grenzen van hun instrument op te zoeken”, vertelt programmeur Corné Ran van het Zuiderstrandtheater. „Musici geven ook aan dat het publiek geconcentreerd luistert, muisstil is en nauwelijks kucht.”
Het Zuiderstrandtheater organiseert elk seizoen ruim vijftig concerten in de Nieuwe Kerk op verzoek van de Stichting Nieuwe Kerk. „De opdracht is een zo breed mogelijke culturele programmering te bieden. Er klinkt dus niet alleen klassieke, maar ook hindoestaanse en popmuziek. Het accent ligt op kamermuziek. Met name de barokserie, de pianoserie en de reeks met het Nederlands Kamerkoor lopen goed. Dan zijn alle 340 plaatsen regelmatig bezet.”
Intense beleving
Bezoeker Emile Vriens uit Hoofddorp schat dat hij voor de vierde keer een concert in de Nieuwe Kerk bijwoont, vertelt hij na afloop van het optreden van Cantatrix. „Dit is een bijzondere locatie met een gewijde sfeer die goed past bij de gezongen geestelijke werken. Dankzij de bescheiden kerkruimte en het amfitheatergewijze stoelenplan zit iedereen dicht bij de musici. Dit zorgt voor een intense beleving. Als je bijvoorbeeld in een grote stadskerk ergens halverwege of achterin een plekje hebt, is dit een stuk minder, weet ik uit ervaring.”
De bezoeker, een liefhebber van vocale muziek, fungeert regelmatig als cantor en voorzanger. Niet alleen in zijn eigen gemeente, de oecumenische basisgemeente in de Amsterdamse Dominicuskerk, maar ook in andere kerken en verpleeghuizen. „Met name rooms-katholieken zijn het niet gewend om mee te zingen. Het helpt hen als iemand inzet of eerst een melodie voorzingt.”
Vriens heeft genoten van het optreden van Cantatrix. „De voortdurend wisselende opstelling van de zangers, onder andere in twee groepen elk aan de zijkant van de kerkruimte, was verrassend.”
zomerserie Kleine concertzaal
Dit is de eerste aflevering in een vierdelige serie over kleine concertzalen in Nederland. Over twee weken deel 2. ----
Preekstoel centraal
De Nieuwe Kerk in Den Haag werd tussen 1649 en 1656 gebouwd omdat de Grote Kerk te klein was geworden. Het gebouw is gelegen aan het Spui in het stadscentrum. Het grondplan bestaat uit een rechthoek van 31,4 bij 15,7 meter met zes halfronde paviljoens. De houten kapconstructie overspant het hele gebouw –het dak rust enkel op de buitenmuren, steunpilaren ontbreken– en draagt de 53 meter hoge toren. De preekstoel staat tegen een wand midden in de kerkruimte, wat de centrale rol van het Woord in de protestantse eredienst benadrukt. Johannes Duyschot bouwde een drieklaviersorgel, dat in 1702 gereedkwam. In 1867 vernieuwde Witte het instrument, waarbij hij zo’n vijftien registers hergebruikte. Hij liet het front met de bijbehorende beschilderde luiken intact. Bij de restauratie in 1977 voorzag Flentrop het orgel van een vrij pedaal.
In 1969 werd de kerk voor de eredienst gesloten en na restauratie als concertzaal en evenementenlocatie in gebruik genomen. Een deel van het kerkmeubilair, zoals de preekstoel, het doophek en de herenbank, bleef behouden. De meeste kerkbanken verdwenen vanwege de nieuwe bestemming. Sinds 2012 houdt de Redeemer International Church op zondag een dienst in de kerk. Het gebouw staat in de top 100 van Nederlandse Unescomonumenten.