De dader zei vorig jaar november tot zijn daad te zijn gekomen omdat hij in financiële problemen zat waar zijn vrouw niet van op de hoogte was. Hij betwistte dat het om een moord ging, omdat hij geen vooropgezet plan zou hebben gehad haar om te brengen. Volgens de rechter had hij daar echter wel degelijk op voorhand over nagedacht.

Volgens de rechter projecteerde de dader zijn eigen problemen op zijn vrouw, evenals zijn wens om samen uit het leven te stappen. Verder woog de rechtbank mee dat de vrouw moeder was van acht kinderen en oma van elf kleinkinderen. „Voor hen betekent de dood een buitengewoon pijnlijk en onomkeerbaar verlies van een dierbare. De moord en de wijze waarop deze is gepleegd, hebben diep ingegrepen in het leven van haar kinderen, kleinkinderen en andere familieleden.”