„EU stelt privacy burgers onvoldoende veilig”
De Europese Unie doet te weinig om persoonsgegevens van burgers en het recht op privacy veilig te stellen in haar handelsovereenkomsten. Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam in een studie waarvan de resultaten woensdag zijn gepubliceerd.
In de „nieuwste generatie” handelsovereenkomsten wordt volgens de onderzoekers steeds vaker onbeperkte data-overdracht toegelaten, met inbegrip van persoonsgegevens, tussen de landen. Steeds vaker worden persoonsgegevens digitaal verwerkt. De regels over hoe deze te beschermen verschillen echter sterk van land tot land, staat in de studie.
Gelet op zowel het Europese als het internationaal recht concluderen de onderzoekers dat de EU maatregelen moet nemen om de privacy van haar burgers beter te beschermen. Daarbij moet vooral worden voorkomen dat de juridische positie van burgers in handelsovereenkomsten wordt verzwakt.
Volgens de Europese koepel van verbruikersorganisaties BEUC, een van de opdrachtgevers voor het onderzoek, is het onaanvaardbaar dat EU-regels over privacy kunnen worden aangevochten via handelsbeleid. BEUC krijgt daarin onder meer bijval van het Center for Digital Democracy (CDD) en European Digital Rights (EDRi).
Een van de handelsverdragen die in de studie wordt genoemd is het TTIP-verdrag tussen de EU en de Verenigde Staten. Volgens CDD haalt Europa met het verdrag een „Trojaans paard” binnen, waarbij techreuzen als Google en Facebook de regels omtrent persoonsgegevens van burgers vakkundig zullen omzeilen. De organisatie noemt de studie een wake-upcall voor beleidsmakers.