Binnenland

Zorgen bij terreurdeskundige om tactiek IS

IS en andere jihadistische organisaties hebben veelvuldig gebruikgemaakt van vluchtelingenroutes van Syrië via Turkije en Griekenland. Voor het eerst geeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, Dick Schoof, toe dat dit is gebeurd. Terreurdeskundige Glenn Schoen noemt de situatie zorgelijk.

Gijsbert Wolvers
12 July 2016 16:36Gewijzigd op 16 November 2020 05:01
Glenn Schoen. beeld RD
Glenn Schoen. beeld RD

„Ik heb zorgen om de manier waarop dit gebeurt, zorgen om de aantallen –Schoof spreekt van tientallen–, zorgen om de manier waarop zij IS kunnen ondersteunen en zorgen om de specialistische hulp die zij krijgen, ook van criminelen”, aldus Schoen.

Enerzijds bewijst het rapport van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) dat de vluchtelingenroutes werden misbruikt door terreurorganisaties als IS en al-Qaida. Aan de andere kant: „Er is nu internationaal hard bewijs dat IS al drie, drieënhalf jaar bezig is een terreurcampagne in Europa te organiseren”, zegt Schoen.

Aanslagen in Brussel en Parijs blijken nu onderdeel van die campagne te zijn, stelt de terreurdeskundige.

De ernst van de komst van infiltranten is volgens Schoen dat IS „al enige tijd bezig is een illegale infrastructuur in Europa op te zetten. Zij kunnen niet alleen toeslaan, maar hiermee ook binnen Europa mensen rekruteren, geld inzamelen en op de zwarte markt wapens kopen.”

Deze tactiek maakt deel uit van een nieuw model terrorisme. „Mensen worden voor iets langere tijd naar een land gestuurd en krijgen niet altijd de opdracht precies daar en zo laat een aanslag te plegen, maar moeten eerst ingang proberen te vinden in een bepaald land. Dan komt er weer nieuw contact voor een te plegen aanslag. Tegen dit model is moeilijker te vechten dan tegen het oude: of heel nieuwe cellen binnen Europa creëren, of als cel op reis gaan en direct een aanslag plegen.”

Keerzijde is dat het voor de IS-handlangers lastig kan zijn om het beoogde land te bereiken. „Dat hij in Roemenië strandt, terwijl hij in Frankrijk moet zijn.”

De zorgen overheersen bij Schoen. „Er is de laatste twee jaar in vergelijking met de meeste eerdere terreurcampagnes een hoger percentage daadwerkelijke incidenten, meer pogingen tot een aanslag, meer slachtoffers en meer doden bij terreuracties.”

Een speciaal zorgpunt noemt Schoen dat de jihadisten mogelijk aansluiting zoeken bij bestaande criminele netwerken in landen als Frankrijk, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. „Dat betekent onder meer dat ze makkelijker kunnen onderduiken in schuilplaatsen, toegang hebben tot wapens en valse papieren.”

Positief vindt hij dat de inlichtingendiensten „blijkbaar ook veel goed werk” doen. „Hoewel zeker niet alles wordt voorkomen. Hoeveel complotten zijn er al niet verijdeld, zoals recent in Düsseldorf en rond het Europees kampioenschap voetbal?”

De vraag of Nederland de terugkeer van 180 jihadisten die in Syrië en Irak vechten moet vrezen, vindt Schoen te kort door de bocht. „Het zijn niet alleen die 180 Nederlanders. Het gaat om Denen, Duitsers, Belgen, Fransen en anderen die hier kunnen komen of al zijn. Er zijn daarbij nog honderden die om welke reden dan ook niet zijn uitgereisd en wel sympathiseren met de strijd daar.”

Schoen sluit zich aan bij de Schoofs stelling dat Europa, en dus ook Nederland, kwetsbaar blijft voor aanslagen. „Daar zullen we de komende jaren rekening mee moeten houden. Professionele organisaties zijn daarop ingesteld. Nu de burger nog.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer