Buitenland

Italiaanse gijzelaar in Irak vermoord

Een van de vier Italianen die maandag in Irak werden gegijzeld, is vermoord. Dat heeft de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Franco Frattini, vanochtend vroeg bevestigd, nadat de Arabische tv-zender Al-Jazeera eerder had gemeld over een videoband te beschikken waarop de moord is vastgelegd.

Buitenlandredactie
15 April 2004 11:59Gewijzigd op 14 November 2020 01:08

Al-Jazeera zond woensdag een deel van de opnamen uit, waarop de vier Italianen te zien waren. De gijzelaars zaten geblinddoekt op de grond en lieten hun paspoorten zien. Al-Jazeera zei dat de daadwerkelijke moord ook was gefilmd, maar zei het niet gepast te vinden die beelden uit te zenden. De zender weigerde bekend te maken van wie de tape kwam.

Frattini kon het bericht van Al-Jazeera bevestigen nadat de Italiaanse ambassadeur in Qatar persoonlijk de videoband op het hoofdkantoor van de tv-zender had bekeken. Volgens de ambassadeur was de vermoorde man de Italiaan Fabrizio Quattrocchi.

De vier Italiaanse beveiligingsbeambten werden maandag ontvoerd in Fallujah. Op verzoek van de Italiaanse regering is een delegatie uit Iran onderweg naar Bagdad om te proberen de mannen vrij te krijgen.

Bij de videoband zat een verklaring van de gijzelnemers, die zich leden van de Groene Brigade noemen, waarin de terugtrekking van Italiaanse en Amerikaanse troepen uit Irak en een verontschuldiging van premier Silvio Berlusconi voor de belediging van moslims en de islam worden geëist. Ook willen ze dat alle gevangengenomen geestelijken worden vrijgelaten. Als niet aan de eisen wordt voldaan, dan zullen de drie overige Italianen ook vermoord worden, aldus de gijzelnemers.

Woensdag zijn opnieuw twee Japanners ontvoerd. In totaal worden nu vijf Japanners gegijzeld door een groepering die terugtrekking van de 550 Japanse militairen eist. De Franse journalist Alexandre Jordanov is intussen weer vrijgelaten.

De radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr zoekt intussen een uitweg uit het conflict met de coalitietroepen in Irak. Het Amerikaanse leger heeft rond de voor moslims heilige stad Najaf, waar al-Sadr zich schuilhoudt, circa 2500 manschappen samengetrokken.

Een naaste medewerker van al-Sadr zei dat hij het oordeel van de belangrijkste sjiitische geestelijke in het land, grootayatollah Ali al-Sistani, zou accepteren. Volgens Qais al-Khazali was het besluit het resultaat van enkele dagen van onderhandelingen met vertegenwoordigers van de hoogste sjiitische religieuze autoriteit, de marjaiya.

Die heeft Abdelkarim al-Anzi aangewezen om te onderhandelen met de Amerikanen. „Sayyid Muqtada heeft een aantal positieve voorstellen gedaan om de crisis te beëindigen. Hij realiseert zich dat een gewapende confrontatie in niemands belang is”, zei al-Anzi, die lid is van de sjiitische Dawa-partij. Hij kon nog geen details van de voorstellen geven.

Maar een van de opties is het opheffen van al-Sadrs militie, het Mahdi Leger. Al-Sadr zou dit om willen vormen tot een sociale en politieke organisatie zonder militaire activiteiten. Ook zou hij onder een toekomstige „democratische en legitieme Iraakse regering” voor de rechter willen verschijnen voor moord op een collega-geestelijke.

Tegen al-Sadr is een arrestatiebevel uitgevaardigd wegens onder meer vermeende betrokkenheid bij de moord op Abdul Majid al-Khoei, een bondgenoot van de Amerikanen. Toen de Amerikanen een naaste medewerker van al-Sadr in verband met deze zaak arresteerden en kort daarvoor zijn weekblad tijdelijk hadden verboden, begon het Mahdi Leger een opstand.

In Bagdad is een Iraanse delegatie gearriveerd om in de kwestie te bemiddelen. De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Kamal Kharrazi, zei dat de Amerikaanse regering om interventie van Iraanse zijde had gevraagd. Washington zegt dat het om een Brits initiatief ging dat de goedkeuring van de VS had. Het sjiitische Iran heeft nauwe banden met verscheidene Iraakse politieke partijen.

De Iraniërs moeten volgens westerse diplomaten in Teheran echter ook de circa veertig gijzelaars zien vrij te krijgen. President Bush zei dinsdagnacht vast te houden aan de machtsoverdracht op 30 juni. VN-gezant Lakhdar Brahimi viel hem hierin bij. Maar die zei dat voor verkiezingen in januari 2005 de veiligheidssituatie wel sterk verbeterd dient te worden. Bush liet ook nog weten extra troepen naar Irak te zullen sturen als commandanten ter plaatse daarom zouden vragen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer