Harde verwijten VVD aan premier
Premier Balkenende en VVD-fractievoorzitter Van Aartsen zijn woensdag in het kamerdebat over terrorisme-bestrijding lijnrecht tegenover elkaar komen te staan.
Van Aartsen uitte harde verwijten aan het adres van Balkenende en de zijnen. „Laks en naïef”, zo betitelde de VVD-voorman het kabinetsbeleid op het punt van terrorismebestrijding.
Het voorgestelde systeem van kleurcodes bij het waarschuwen van de bevolking werd door Van Aartsen weggehoond. „Van de feestverlichting van groen-oranje-rood zal geen terrorist wakker liggen”, schamperde Van Aartsen. Daarmee kwam hij in aanvaring met zijn eigen bewindsman Remkes van Binnenlandse Zaken. „Het is een instrument om de samenleving bewust te maken van risico’s”, pareerde deze de kritiek van de VVD-fractievoorzitter op het kleurcodesysteem.
Toen Van Aartsen premier Balkenende tartte door te stellen dat die het moslimterrorisme onlangs had vergoelijkt, werd het de minister-president te gortig. „Ik vind dit een aantijging die heel ver gaat”, reageerde een verbeten Balkenende. Ik heb nimmer, nimmer iets in die sfeer gezegd. Ik neem het u kwalijk dat u dat zo zegt.”
Op aandringen van CDA-fractieleider Verhagen bood Van Aartsen, zij het wat zuinigjes, hiervoor zijn excuses aan. Balkenende wees onlangs in navolging van de Duitse bondskanselier Schröder op de armoede in de wereld als voedingsbodem voor terrorisme. De premier maakte tijdens het debat duidelijk dat hij daarmee nog geen begrip had willen kweken voor terrorisme. Hij reageerde per interruptie, wat nog al ongebruikelijk is voor een bewindsman.
De verwijten „laks en naïef” betitelde Balkenende als „grote woorden” waarvan hij onmiddellijk afstand nam. Volgens hem reageert het kabinet juist zeer adequaat op de toenemende terreurdreiging. De premier hield Van Aartsen voor dat het in de strijd tegen het terrorisme van groot belang is „dat partijen gezamenlijk optrekken.”
Behalve de VVD hadden ook de regeringspartijen CDA en D66 kritiek op de wijze waarop het kabinet de terreurbestrijding ter hand neemt. Vooral de gebrekkige coördinatie tussen de meest betrokken ministeries werd gekritiseerd. CDA-fractieleider Verhagen stelde voor een nationale veiligheidsraad onder leiding van de premier in te stellen maar daar zag het kabinet niets in.
De minister van Justitie en niet de premier voert in crisissituaties de algehele regie, zo antwoordde Balkenende. Hij kan bijvoorbeeld de minister van Defensie verplichten F-16-jachtvliegtuigen de lucht in te sturen als zich bedreigende situaties voor doen.
Zo nodig zal Nederland met groot machtsvertoon reageren. Balkenende sloot bewaking door het leger niet uit. Hiervoor zullen op termijn 3000 militairen achter de hand worden gehouden. Oppositieleider Bos (PvdA) was opvallend mild in zijn kritiek. Hij sprak zijn vertrouwen uit in het terrorismebeleid van het kabinet. „Het kabinet doet het qua toon en inhoud goed en verdient onze steun.”