„Matigheid moet hoofdlijn zijn in kerk”
Mijn kerkverband moet meer aandacht besteden aan duurzaamheid. Met die stelling was meer dan de helft van de ondervraagden in het onderzoek over duurzaamheid in de gereformeerde gezindte het eens of helemaal eens. Drie predikanten reageren.
Matigheid. Dat woord zou een veel grotere plaats moeten innemen in het leven van christenen, vindt ds. M. van Reenen. De predikant van de hersteld hervormde gemeente te Oldebroek probeert zelf een steentje bij te dragen aan duurzaamheid. „Naar vrijwel alle pastorale bezoeken ga ik met de fiets. Verder pak ik regelmatig de trein, in sommige gevallen ook als ik bij een preekbeurt elders in het land de zondag overblijf. En toen ik lid was van de synode heb ik gepleit voor vermindering van het gebruik van papier.”
Duurzaamheid moet echter vooral tussen de oren komen te zitten bij christenen, vindt ds. Van Reenen. „De houding vind ik belangrijker dan concrete acties.” Voor die houding zou meer aandacht moeten zijn in de gereformeerde gezindte, vindt hij. „De zondag vinden wij heel belangrijk, maar de zondag maakt deel uit van de scheppingsweek. Het is niet logisch dat we veel doen voor de zondag, maar niet voor de andere zes dagen. Die dagen mogen we niet scheiden. Alle dagen, heel de schepping komt uit de hand van God als Schepper.”
Reformatorische christenen „vallen niet op door milieubewustheid”, constateert ds. Van Reenen. „Bij nieuwe kerken worden grote parkeerterreinen aangelegd. Waarom gaan we niet meer lopend en fietsend naar de kerk? Wat is het dat christenen zo veel geld besteden aan auto’s?”
In de Hersteld Hervormde Kerk is begin dit jaar een studentenconferentie belegd over duurzaamheid. Daar is ds. Van Reenen blij mee. Tegelijk ziet hij in de kerken in het algemeen weinig wat „dwingt om duurzaam te zijn. Er zijn best nog keuzes te maken. Leg zonnepanelen op het dak van de pastorie en gebruik geen wegwerpbekertjes meer in de kerk, om maar twee praktische zaken te noemen.”
Ook rond kerkbouw zou duurzaamheid een grotere rol moeten spelen, vindt ds. Van Reenen. „Matigheid en hergebruik zouden uitgangspunt moeten zijn. Waarom een nieuwe kerk bouwen als er elders een kerk leegstaat, ook al voldoet die misschien niet helemaal aan de wensen? En waarom plaatsen wij in een nieuw kerkgebouw niet de banken uit de oude kerk?”
In de prediking besteedt ds. Van Reenen als het zo uitkomt aandacht aan het thema duurzaamheid. „Recent sprak ik over Rehobôth, de waterput van Izak. Daar kun je verschillende toepassingen bij maken. Ik heb in die preek ook gezegd: Als je leeft van het gegevene dan wil je ook niet anders dan verspilling tegengaan. Een ouderling viel het op dat ik dat zo benoemde.”
Als een christen beseft dat alles genade is wat hij krijgt, zal hij ook „een heel klein plekje” op aarde innemen, stelt de predikant. „Matigheid moet ten aanzien van onze omgang met het stoffelijke de hoofdlijn zijn in de kerk. Hadden we dat maar meer. Veel problemen in onze tijd komen voort uit het vele consumeren.”
Is het milieu een belangrijk onderwerp voor een christen?
Prof. dr. T. M. Hofman, emeritus hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken: „Iedere zondag belijden wij: „Ik geloof in God, de Vader, de almachtige Schepper.” Als er geen schepping was, waren wij er ook niet. Wij dienen in dat besef als rentmeesters om te gaan met deze aarde.”
Hoe besteedt u zelf aandacht aan duurzaamheid?
„Het regenwater loopt niet vanaf het dak van ons huis in de riolering maar in de tuin of in een regenton. Ik scheid het afval heel consequent, zodat de grijze container lang niet elke week aan de weg hoeft te staan. Verder let ik op hergebruik van plastic zakken en koop ik, als dat uitkomt, bij de kringloopwinkel. Natuurbehoud is verder een aspect van mijn investeringen.”
Bent u het eens met de stelling: ”Mijn kerkverband moet meer aandacht besteden aan duurzaamheid”?
„Er wordt binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken gelukkig regelmatig aandacht besteed aan het onderwerp, bijvoorbeeld tijdens een diakenenconferentie of op gemeenteavonden. Ik spreek met enige regelmaat tijdens zulke avonden over duurzaamheid. Maar het is zeker goed als het onderwerp nog vaker aan de orde komt. Nog niet ieder gemeentelid heeft het tussen de oren.”
Hoe zou dat kunnen gebeuren?
„In de prediking is aandacht voor matigheid en bewogenheid belangrijk, evenals het tegengaan van materialisme. We kunnen op dat punt veel leren van de Nadere Reformatie. Preken van bijvoorbeeld Godefridus Udemans en Jacobus Borstius kunnen voor ons schokkend zijn als het gaat om concrete zaken. Zij zeggen duidelijk dat God de eigenaar is van deze aarde en ze geven heldere richtlijnen.”
Waar wilt u de nadruk op leggen?
„We moeten leren luisteren met nieuwe oren om te kunnen kijken met nieuwe ogen. We moeten geen oneigenlijke scheiding maken tussen ziel en lichaam, alsof het lichaam minder belangrijk is. Wie Gods schepping niet recht waardeert is daarin eerder dopers dan gereformeerd. De zorg voor de schepping is geen zaak van werkheiligheid maar van gehoorzaamheid in afhankelijkheid. God blijft trouw aan Zijn scheppingswerk. God neemt geen afscheid van de mensheid. Hij blijft trouw aan Zijn scheppingswerk en Hij laat de aarde niet voorgoed ten onder gaan.”
Is het milieu een belangrijk onderwerp voor een christen?
Ds. H. Brons, predikant van de gereformeerde gemeente van Vlaardingen: „Het milieu komt uit de hand van de Heere, de Schepper en Onderhouder. De mens is rentmeester en heeft verantwoordelijkheid ontvangen. Hij heeft de aarde in bruikleen gekregen en hij mag deze wel gebruiken maar niet bezitten. Het milieu is een belangrijk onderwerp dat christenen zich niet moeten laten afpakken.”
Hoe besteedt u zelf aandacht aan duurzaamheid?
„Ik woon aan de rand van Vlaardingen, een behoorlijk groene stad ten westen van Rotterdam. Als ik de vaart oversteek, kom ik in een natuurgebied, waar ik regelmatig ga wandelen en dan helemaal tot rust kom. Verder doe ik het huis- en ziekenbezoek meestal per fiets. Als concreet punt wil ik verder noemen dat we groene stroom hebben. Het was ook nog eens de goedkoopste aanbieder, dus dubbel duurzaam.”
Bent u het eens met de stelling: ”Mijn kerkverband moet meer aandacht besteden aan duurzaamheid”?
„Ik kan me vinden in deze stelling als het woord ”moet” vervangen wordt door ”kan”. Moet klinkt zo verplichtend. Er mag zeker meer aandacht zijn voor het onderwerp milieu. Vaak levert het ook iets op. Verbondenheid met de natuur, bijvoorbeeld, geeft meer rust.”
Hoe zou dat kunnen gebeuren?
„Iedere gemeente kan goed letten op een goed energiebeheer van het kerkgebouw. Zorg er bijvoorbeeld voor dat er niet te veel lampen branden. De keuzemogelijkheden zullen verschillen per gemeente, bijvoorbeeld als het gaat om zonnepanelen. Dat was voor ons kerkgebouw geen optie vanwege de dakconstructie. Wel gaan we in Vlaardingen af en toe samen wandelen in het natuurgebied, waarbij gemeenteleden van alle leeftijden zich verzamelen bij de pastorie. Dat geeft ook nog eens gelegenheid voor ontmoeting.”
Waar wilt u de nadruk op leggen?
„Milieubesef is belangrijk maar duurzaamheid mag geen religie worden. Het besef dat de aarde niet van onszelf is, vind ik van groot belang. De Schepper is ook de Herschepper. Er komt eenmaal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. We weten niet precies hoe dat zal zijn. De belangrijkste vraag is of wij daar zullen zijn.”
serie Rentmeesters
Dit is het vierde deel in een serie over duurzaamheid in de gereformeerde gezindte naar aanleiding van onderzoek van het RD. In Puntkomma van 19 juli deel 5: Wordt het klimaatprobleem overdreven?