Nederlandse staat kan nu gratis lenen, dankzij onzekerheid
Het effectief rendement op Nederlandse staatsleningen met een looptijd van tien jaar is woensdag, voor het eerst in de geschiedenis, negatief geworden. Aan het eind van de morgen bedroeg het min 0,005 procent. Enkele vragen.
Een negatief rendement, hoe werkt dat?
Als er veel vraag is naar obligaties, stijgen de koersen ervan. De koper is daardoor duur uit. Dat betekent dat als hij dat schuldpapier tot de datum van de aflossing in bezit houdt, hij er met de te ontvangen vaste rente en het aflossingsbedrag (100 procent), minder rendement op zal behalen. Koersen en rendement bewegen dan ook altijd tegengesteld. Bij een negatief rendement moet hij er zelfs geld op toeleggen.
Waarom zijn Nederlandse staatsobligaties zo in trek?
Beleggers zoeken in onzekere tijden veilige havens op. Zij vluchten dan in solide, betrouwbaar waardepapier; obligaties met geen of weinig risico dat er problemen zullen ontstaan met bijvoorbeeld de terugbetaling. Nederlandse staatsobligaties genieten wat dat betreft traditioneel een goede reputatie en zijn daarom gewild.
De Duitse tienjarige staatslening, de zogenoemde bund, wordt altijd als nog iets degelijker beoordeeld. Het rendement daarop daalde woensdag naar een historisch dieptepunt van min 0,2 procent. Ook het rendement op Zwitserse overheidsschuld is negatief. Alles duidt erop dat er veel onzekerheid in de markten zit.
Bovendien koopt de Europese Centrale Bank (ECB) maandelijks voor 80 miljard euro aan staatsobligaties op. Die enorme vraag stuwt de koersen en drukt de rendementen uiteraard eveneens. Dit laatste, een lager rendement en dus een lagere rente, is ook precies wat de ECB met zijn monetaire beleid beoogt. Die probeert op deze manier de economie te stimuleren.
Waar komt de onzekerheid vandaan?
De laatste twee weken speelt de brexit daarbij een belangrijke rol. De dag ervoor stond het rendement op het Nederlandse tienjarig staatspapier nog op zo’n 0,3 procent. Maar de neergaande lijn is al een ontwikkeling van een veel langere periode. Acht jaar terug, zomer 2008, zaten we op bijna 5 procent. Kort daarna brak de financiële crisis uit en later kwam daar de eurocrisis, door de problemen in Griekenland, overheen. Dat heeft allemaal bijgedragen aan een kapitaalstroom richting veilige staatsobligaties.
Wie zijn winnaars en wie zijn verliezers bij deze ontwikkeling?
Voor de overheden is dit gunstig. Wat er woensdag gebeurde, betekent dat minister Dijsselbloem op dit moment, om het begrotingstekort te financieren, gratis kapitaal kan aantrekken voor tien jaar; 0 procent rente. Waarschijnlijk hebben we de bodem nog niet bereikt en zal hij verderop zelfs kunnen lenen en daarbij geld toekrijgen. In ieder geval dalen de rentelasten van de staat.
Onder meer pensioenfondsen zijn verliezers. Zij beleggen een groot deel van de ingelegde premies in staatsobligaties. Als de rendementen daarop zakken, zal hun financiële positie, de dekkingsgraad, verder verslechteren.