Buitenland

Kliniek verkoopt babyhersenen aan scholierenkamp

De organisatie Southwestern Women’s Options in de stad Albuquerque (New Mexico) wordt ervan verdacht de hersenen van geaborteerd kind te hebben verkocht aan de organisatoren van een scholierenkamp. Een onderzoekscommissie van het Amerikaanse Congres heeft eind vorige maand een aanklacht ingediend bij justitie in de staat New Mexico.

Buitenlandredactie
5 July 2016 22:28Gewijzigd op 16 November 2020 04:49
beeld AFP
beeld AFP

De abortuskliniek van de Southwestern Women’s Options zou een complete herseninhoud van een geaborteerde baby op bestelling te hebben geleverd aan de Universiteit van New Mexico. Volgens de 291 pagina’s tellende brief van Marsha Blackburn, republikein en voorzitter van de Congrescommissie, zou het gaan om hersenen van een nagenoeg voldragen baby.

De brief die bestemd is voor de onderzoeksrechter van New Mexico, Hector H. Balderas, bevat een handgeschreven notitie gedateerd 24 augustus 2012 waarin gevraagd wordt om de levering van hersenen van een kind tussen de 24 en 28 weken. Het hersenweefsel moet nog intact zijn zodat het ontleed kan worden. Ook blijkt uit de brief dat er op een ander moment een verzoek is gedaan om intacte organen van een baby van ruim dertig weken.

Personeel van de abortuskliniek in Albuquerque heeft verklaard dat deze levering bestemd was voor een zomerkamp van scholieren dat de Universiteit van Mexico jaarlijks organiseert om jongeren te interesseren voor een natuurwetenschappelijke studie.

Of de leiding van de Universiteit van New Mexico hiervan op de hoogte was, ligt niet voor de hand. Prolife-organisaties in New Mexico hebben al eerder gemeld dat het universitair instituut voor gezondheidswetenschap nauwe banden onderhoudt met de kliniek van de Southwestern Women’s Options. Personeel van de abortuskliniek staan op de lijst van vrijwilligers van het onderzoekscentrum van de universiteit. Zij hebben daardoor toegang tot het universiteitsterrein. Een van hun taken is medewerkers te beïnvloeden. Doelstelling daarvan is de prolife-koers van de universiteitsleiding te laten omslaan in een prochoice-beleid. Protesten van de prolife-organisaties hebben tot nu toe geen resultaat gehad.

Mike Seibel van de organisatie New Mexico Alliance for Life zegt: „Onder een schijnbaar legale dekmantel worden hier in Albuquerque al meer dan twintig jaar kinderen geaborteerd die ouder zijn dan de wet bepaalt. En de handel in geaborteerde kinderen of hun organen vindt hier ook op grote schaal plaats. Dat is schokkend. Maar hersenen van baby’s bestellen om scholieren een boeiend kamp te bezorgen, slaat alles.”

De Congrescommissie onder leiding van Blackburn richt zich op handel in foetaal weefsel en organen of ledematen van geaborteerde kinderen. Zij noemt de handelwijze van de kliniek en universiteit „een bijzonder ernstige en systematische overtreding van de wet”. In 1992 bepaalde het Federaal Hooggerechtshof dat een kind van 27 weken als levensvatbaar buiten de baarmoeder geacht moet worden. Desondanks is in zeven Amerikaanse staten abortus ook na die datum toegestaan. Wel is in heel de VS handel in organen en ledematen van geaborteerde kinderen verboden. Vorig jaar kwam de organisatie Plannend Parenthood in opspraak omdat ze zich schuldig zou maken aan het verkopen van lichaamsdelen van weggehaalde foetussen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer