„Groot deel polders niet geschikt voor kuikens”
Het overgrote deel van ons polderlandschap is ongeschikt geworden voor opgroeiende kuikens. Er wordt te vroeg gemaaid, gras dat wel blijft staan is vaak niet geschikt en er zijn niet genoeg insecten.
Dat stelde weidevogelonderzoeker Jos Hooijmeijer zondagochtend in het VARA-Radio 1-programma Vroege Vogels.
Hooijmeijer onderzocht het broedseizoen van grutto’s in Zuidwest-Friesland, en dat was opnieuw bijzonder slecht, zegt hij. Bij niet meer dan één op de twintig gruttoparen is minstens één jong uitgevlogen. En: „Op een enkele uitzondering na zijn de verhalen elders uit Nederland niet veel beter.” Naar schatting broeden er nu nog maar zo’n 30.000 paar grutto’s in Nederland. In de jaren tachtig van de vorige eeuw waren dat er nog 100.000.
Veel van de jonge vogels die zijn gevonden, waren ondervoed. „Van de vogels die uiteindelijk wel zijn uitgevlogen mag je je afvragen of die sterk genoeg zijn om naar West-Afrika te vliegen om te overwinteren.” Verder worden veel eieren en kuikens opgegeten door vossen, marterachtigen en kraaien. Die eten bij voorkeur muizen, maar nu er volgens Hooijmeijer al twee jaar flink minder muizen zijn, voeden de ‘rovers’ zich met weidevogels.