Kerk & religie

Kerk heeft oog voor de nood van veehouders

Veehouders komen in toenemende mate in financiële moeilijkheden. Kerken in de Gelderse Vallei proberen hen te helpen.

Jan van Reenen

30 June 2016 18:45Gewijzigd op 16 November 2020 04:39

De geur van de dieren hangt in de stal. Langzaam komen de koeien, die net gemolken zijn, aansjokken op weg naar het land. Boer Jan Brunekreeft –in blauwe overall en met groene laarzen– is net klaar met melken en heeft even tijd voor een gesprek.

Dat vindt plaats in de oude Veluwse boerderij van de familie Brunekreeft in Kootwijkerbroek, waar de oorspronkelijke heerd nog deels intact is, met rijen gekleurde tegels achter de kachel.

Jan Brunekreeft, ouderling van de hervormde gemeente Kootwijkerbroek, heeft het melkveebedrijf van zijn vader overgenomen. Hij melkt ongeveer 35 koeien en verricht daarnaast loonwerk bij andere boeren om in het onderhoud van zijn gezin te voorzien. Deze keer was hij laat klaar met melken, doordat hij bezig is met de bouw van een nieuwe stal. Om de kosten te drukken doet Brunekreeft het werk grotendeels zelf.

Vanuit de woonkamer kijk je uit over het omringende boerenlandschap met weilanden en houtopstanden en zie je geitjes dartelen in de wei. Merels zingen in de avondschemering. Het platteland lijkt idyllisch, maar de problemen voor de veehouders stapelen zich op.

Melkprijzen

De melkprijzen staan fiks onder druk sinds in april 2015 de Europese melkquotering werd afgeschaft. Na het verdwijnen van deze beperking nam de zuivelproductie in Nederland snel toe, terwijl de wereldwijde vraag naar melk afnam. Dat leidde tot een drastische verlaging van de melkprijs, tot onder de kostprijs. Hierdoor raakten veel Nederlandse veehouders in de financiële problemen.

Aloude gezinsbedrijven redden het doorgaans nog wel, maar andere melkveehouders staat het water nogal eens tot de lippen. Dat zijn bijvoorbeeld boeren die de laatste tijd flink hebben uitgebreid, waardoor ze met een enorme hypotheek zitten, hoge kosten voor rente en aflossing moeten opbrengen, terwijl de inkomsten minder worden. Boeren die hun grond verkocht hebben om de uitbreiding te kunnen financieren, moeten straks weer naar de bank. Het is de vraag of ze dan geld kunnen krijgen.

Ook andere bedrijven komen in de gevarenzone. Kleine boerenbedrijven die het hoofd net boven water konden houden, raken door de lage melkprijzen in de financiële problemen, met als gevolg dat man of vrouw (nog meer) elders moet gaan werken.

Een middelgroot gemengd bedrijf –zoals dat in de Gelderse Vallei veel voorkomt– was doorgaans goed voor de stabiliteit van de boerderij. Als het in de ene sector slecht ging, was het in de andere meestal beter.

Dat geldt dit jaar niet voor de koeien- en varkensboeren, een veel voorkomende combinatie in de Vallei. Vorig jaar was de varkenssector verliesgevend, waardoor ze weinig reserves meer hadden. De lage melkprijzen kunnen funest voor hun bedrijf zijn.

Bedrijfsopvolging kan zeer problematisch zijn. Sommige veehouders hebben samen met hun zoon of dochter geïnvesteerd, zodat hij of zij een levensvatbaar bedrijf zou kunnen overnemen. Op papier kon het allemaal, maar de werkelijkheid pakt anders uit. En het wordt allemaal nog veel moeilijker als er ziekte onder het vee bij komt.

Brunekreeft heeft op dit moment niet te maken met financiële problemen in zijn bedrijf, al houdt hij er wel rekening mee dat hij misschien naar de bank moet om het laatste gedeelte van de schuur te financieren. Hij heeft „zuinig geleefd en gespaard om de verbouwing te kunnen bekostigen.” Voor andere agrariërs kunnen de problemen nijpend zijn, zegt hij. „Kijk maar eens naar de boeren bij wie elke keer een andere loonwerker komt. Dat doen ze niet uit weelde, maar omdat ze de rekening van de vorige loonwerker niet kunnen betalen. En hoeveel boeren moeten er nu een betalingsregeling treffen met hun voerleverancier? Als het lang zo doorgaat, vallen er klappen.”

Luisterend oor

De kerken in de Vallei hebben oog voor wat er gebeurt. In sommige gemeenten staan de problemen van de melkveehouders op de agenda, bij andere is er onderling overleg tussen ouderlingen en diakenen over hun moeilijke positie. Overigens viel het niet mee een kerkenraadslid te vinden dat hier tegenover de krant iets meer over wilde vertellen.

Ouderling Brunekreeft vindt het belangrijk dat de kerkenraad proactief actie onderneemt. „De meeste boeren zullen niet zomaar naar de kerk komen met hun nood. Als de kerkenraad afwacht, is er misschien weinig meer te redden, omdat de moeilijkheden te groot zijn. Ouderlingen en diakenen dienen een luisterend oor te hebben om de problemen op het spoor te komen. Ze kunnen bijvoorbeeld regelmatig bellen met de boeren in hun wijk om te vragen hoe het gaat.”

Het geeft verlichting als hun zorgen gedeeld worden, zegt Brunekreeft. „Het praten kan al opluchten. Het is belangrijk om in vertrouwen en in openheid over de problemen te praten. Kerkenraadsleden hebben een zwijgplicht.”

Ook als er niets meer te redden valt, moet de kerk er zijn, vindt de ouderling. „Het is duidelijk dat de kerk geen financiële problemen kan oplossen. Dikwijls gaat het om bedragen van honderdduizenden euro’s. Maar ze kan zo nodig wel voorzien in de eerste levensbehoeften en helpen met het treffen van een tijdelijke regeling.”

De leden van de gemeente moeten er volgens hem ook van afweten, voor zover dat kan. „Een gemeente is een gemeenschap. Als er één lid lijdt, lijden alle leden. Gemeenteleden moeten laten merken dat ze om boeren met financiële problemen heen staan en dat ze hen niet alleen laten doormodderen. Het is belangrijk dat er voorbede gedaan wordt, zodat de boeren weten dat er aan hen gedacht wordt.”

MKZ-crisis

Het belangrijkste vindt ouderling Brunekreeft het geestelijke aspect. Toen hij in zijn jeugd belijdenis deed, zei de predikant tegen hem dat zijn koeien van God waren. Hij beaamde dat, maar het drong niet goed tot hem door. Tot het moment dat, tijdens de MKZ-crisis, zijn koeien geruimd moesten worden.

„Ik kon ze niet loslaten, omdat ik van mijn dieren hield. Later mocht ik inzien dat de koeien niet mijn eigendom waren maar het eigendom van God. Toen kon ik het overgeven. Daarna is het boeren relaxter geworden. Ik hoop dat de boeren die het water tot de lippen staat, leven in het besef dat God de eigenaar van hun koeien is. Dat geeft ontspanning, ook als het bedrijf failliet zou gaan. Uiteindelijk gaat het in het leven niet alleen om de koeien.”

Meer over
Diaconaat

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer