Luther, levenslang monnik (met video)
Maarten Luther was kerkhervormer. Maar eigenlijk bleef hij levenslang ook monnik: een mens op zoek naar God. En nee, die 95 stellingen sloeg hij op 31 oktober 1517 niet zelf aan de deur van de slotkapel in Wittenberg.
De herdenking van 500 jaar Reformatie in 2017 was voor prof. dr. H. J. Selderhuis, kerkhistoricus aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, de reden om zich nog eens extra in het leven van Maarten Luther te verdiepen. Dat resulteerde in een biografie waarin vooral de „mens” Luther wordt getekend: zijn worstelingen en vreugdevolle momenten, zijn vrienden en vijanden, zijn gezin en theologische arbeid.
Natuurlijk bevat het boek, dat qua opzet lijkt op zijn Calvijnbiografie uit 2008, van die typisch selderhuisiaanse zinnen. Bijvoorbeeld over Luther, de ex-monnik, die in juni 1525 in het huwelijk trad met ex-non Katharina. „Vanaf dat moment sprak Luther alleen nog maar over zijn Käthe en dat was mooi, maar veranderde niets aan de belabberde financiële situatie van het jonge echtpaar. Luther verdiende jaarlijks niet meer dan 8 gulden en Katharina verdiende niets en had ook niets. Gelukkig boden enkele huwelijksgeschenken enig soelaas, hoewel over de bruikbaarheid daarvan te twisten valt. Van de burgemeester van Wittenberg kregen ze een vat bier en van de universiteit een zilveren beker, een aardige combinatie dus.”
Luther was een kwetsbaar man. „We zien hem op plaatjes en in standbeelden meestal staan als een stevige kerel die stoer op de Bijbel wijst en de indruk wekt voor niets en niemand bang te zijn”, zegt prof. Selderhuis. „In werkelijkheid was hij een man met een onrustig hart, met een gammel lichaam en met een geloof dat veel strijd kende. De omgang met zijn kinderen, zijn vrouw en vooral met God laten die kwetsbaarheid keer op keer weer zien.”
Is uw kijk op Luther veranderd?
„Voor een deel wel. Ik had nog niet eerder gezien dat Luther in het eerste deel van zijn leven zijn optreden zo knap weet te regisseren. En ook niet dat hij in het tweede deel van zijn leven door sommige collega’s af en toe op een zijspoor wordt gezet en hij toch ook wel trekken van een ”grumpy old man” vertoont.”
Luther was „een moeilijk mens”, schrijft u.
„Het probleem was dat Luther zich zo met het Evangelie identificeerde, dat ieder die het niet met hem eens was, volgens hem van dit Evangelie afweek. Gevolg was dat er met hem regelmatig gewoon niet te praten viel. Ieder die het anders zag dan hij, zag het volgens hem verkeerd. Verder kon hij ontzettend ruw en grof in het spreken zijn. Schelden op tegenstanders was destijds niet ongebruikelijk, maar Luther spande volgens mij toch wel de kroon.”
U steekt uw enthousiasme voor Luther niet onder stoelen of banken: „Wat een rijkdom aan gedachten, schitterend taalgebruik, aanstekelijke humor, aandoenlijke geloofsstrijd en prachtige troostwoorden!” Met de objectiviteit van de biografie zit het wel goed?
„Ach, wat is objectief? En wie kan objectief zijn? Ik heb voldoende mindere eigenschappen van Luther opgenoemd om de balans te kunnen houden. Toen en nu waren vriend en vijand het erover eens dat Luther fenomenaal was. En als je toch zijn testament leest, zijn brieven aan familie, aan mensen in nood, dan moet je dat wel prachtig vinden.”
Niet Luther bevestigde de 95 stellingen aan de deur van de slotkapel in Wittenberg, stelt u, maar de pedel van de universiteit. Meesters en juffen kunnen hun vertellingen over het begin van de Reformatie nu beter wat aanpassen?
„Ik vrees van wel, en dat terwijl het net zo’n spannend verhaal was. Ook toeristisch is het een tegenvaller, want die deuren aan de slotkapel in Wittenberg zijn ”big business”. Maar ik kan het ook niet mooier maken dan het is. Luther heeft die stellingen wel gemaakt en ze sloegen ook in als een bom, dus daar blijft veel moois over te vertellen.”
U spreekt liever over een revolutie dan over een reformatie.
„Luther bedoelde geen breuk met de kerk maar een hervorming van de kerk. Maar toen de bal begon te rollen, ging er zo veel omver dat je best van een revolutie kunt spreken. Als je let op de leegloop van de kloosters, de huwelijken van geestelijken, een compleet nieuwe liturgie en vooral een radicaal veranderde verhouding tussen God en mens, dan kun je beter van een revolutie dan van een reformatie spreken.”
Toch bleef Luther levenslang een soort monnik.
„Wanneer de monnik Luther bij het klooster aanklopte, werd hem de standaardvraag gesteld: „Wat zoek je hier?” En het antwoord is: „Ik zoek God.” Dat is hij zijn leven lang blijven doen.
Ik bedoel het vooral geestelijk: ook Luthers gebedsleven, zijn inzet om God te dienen en te prijzen, bleven gestempeld door zijn bestaan als monnik. Hij bleef trouwens ook in zijn klooster wonen.”
Waar ging het Luther nu ten diepste om?
„De kern is voor Luther de vraag naar de juiste verhouding tussen de rechtvaardige God en de zondige mens. Daar gaat het om en dat is zijn boodschap aan de kerk na hem geweest. Daar moet het in de preek, in de catechese, in de opvoeding om gaan.
Luther heeft ons veel te zeggen over huwelijk en seksualiteit, over opvoeding en onderwijs, over liturgie en economie. Maar aan de basis daarvan ligt steeds weer de boodschap van het kruis. Daar vindt een mens heil en zekerheid, en daar komen God en mens samen omdat daar de schuld betaald wordt. Luther houdt kerk en theologie bij de les, en dat is ook vandaag weer hard nodig.”
Boekpresentatie in Duitse ambassade
De biografie ”Luther. Een mens zoekt God” (uitg. De Banier, Apeldoorn) van prof. dr. H. J. Selderhuis wordt maandag gepresenteerd in de Duitse ambassade in Den Haag. De directeur van Refo500, het platform dat de Reformatieherdenking in 2017 voorbereidt, geeft een toelichting op zijn boek. De bijeenkomst begint om 17.00 uur met een lezing van de Duitse schrijver Bruno Preisendörfer over zijn boek ”Als unser Deutsch erfunden wurde. Reise in die Lutherzeit”. Het Duits Verkeersbureau laat zien welke tentoonstellingen en andere bezienswaardigheden er in Duitsland in 2017 bezocht kunnen worden.
www.debanier.nl www.refo500.nl
Zondige zak met maden
Luthers vader Hans ging zoals velen in zijn tijd nogal flexibel om met zijn achternaam. Hij schreef die als Lüder, Loder, Ludher, Lotter, Lutter of Lauther. Men schreef zoals het klonk. „Pas toen de zoon van Hans begon te publiceren, werd het van belang een vaste achternaam te kiezen, en dus noemde Martin zich vanaf 1517 Luther. Slechts kort heeft hij zich in die tijd af en toe ”Eleutherios” genoemd, een woordspelling op het Griekse woord voor ”vrij”. Dat betekende dan zoiets als Martin de Vrije of Martin de Bevrijde, maar van dit elitaire woordgrapje is hij snel weer afgestapt. ”Luther” werd de vaste naam, maar toen hij eenmaal bekend geworden was, nam hij er op een bepaalde wijze toch weer afstand van. Hij had er grote moeite mee dat de beweging van de Reformatie, die voor hem een terugkeer naar de Schrift was, naar hem werd genoemd. Ieder die zich gebonden wist aan de herontdekte christelijke waarheid „moet over mijn naam zwijgen en zich niet luthers maar christen laten noemen. Wat is Luther? De leer is toch niet van mij? Ik ben toch ook voor niemand gekruisigd? (…) Hoe zou ik als arme, zondige zak vol maden ertoe komen dat men de kinderen van Christus mijn heilloze naam zou laten dragen? (…) Ik ben geen meester en wil het ook niet zijn. Samen met de gemeente deel ik in de algemene leer van Christus en Hij alleen is onze meester.”
Dat heeft hij mooi gezegd, maar toch bleef men spreken over lutheranen.”
Zo zag Luther eruit
Hoe Luther eruitzag, weten we pas sinds 1520. Dan verschijnt het eerste portret van hem. „In een tijd waarin we met foto’s overspoeld worden, is het haast onvoorstelbaar dat iemand pas op een afbeelding verschijnt als hij zevenendertig is. En dat dit dan ook nog een uitzondering is, omdat bijna alle mensen uit die tijd hun leven lang niet afgebeeld werden. Alle afbeeldingen die we van Luther hebben, zijn door Lucas Cranach (1472-1553), de beroemde hofschilder van de keurvorst, gemaakt. De eerste toont de magere monnik, met tonsuur en ernstig kijkende ogen. Het is een afbeelding met een boodschap, namelijk dat dit een serieuze man is en niet een ketter met wilde plannen. Ook toen hoorden portretten en afbeeldingen bij de pr-afdeling. Gaandeweg wordt Luther dikker. Het lijkt alsof het inzicht dat een mens met vasten de hemel niet kan verdienen, hem met grote overtuiging tot een calorierijke levensstijl verleid heeft.”
Op jacht
Luther dook in 1521 onder op kasteel de Wartburg bij Eisenach. De burcht stond onder leiding van Hans von Berleph, die hem af en toe mee op jacht nam. Niet echt een leuk uitje voor Luther. „Ik ben afgelopen maandag (12 augustus) twee dagen mee geweest op jacht om dit bitterzoete genoegen van de helden te leren kennen. We hebben twee hazen en een paar armzalige patrijzen gevangen; inderdaad een bezigheid die past bij mensen die verder niets te doen hebben. Ook daar tussen vangnetten en honden heb ik zitten theologiseren, want hoe veel plezier me deze aanblik ook gaf, het was vermengd met veel medelijden en schuld toen ik dit geheimzinnige opjagen van dieren meemaakte. Wat betekent dit beeld anders dan de duivel die door zijn vervolging en door die goddeloze leraars met zijn honden (namelijk bisschoppen en theologen) op deze onschuldige diertjes jaagt. Deze zeer verdrietige en verborgen verbinding met de eenvoudige en gelovige zielen ligt toch voor de hand. Daar kwam een nog gruwelijker duiding van dit gebeuren bij. Ik had het voor elkaar gekregen een haasje het leven te redden. Toen ik het in de mouwen van mijn jas gestopt had en een eindje weggelopen was, hadden de honden de arme haas toch gevonden en hadden dwars door mijn jas heen het rechter achterbeen van het beestje gebroken en het de keel doorgebeten. Nou, precies zo gaan de paus en de satan te keer, zodat ze zelfs die zielen die gered zijn nog doden en wat ik daartegen probeer te doen, bekommert hen helemaal niet.”
Liefde van een moeder
Maarten en Katharina Luther kregen na hun huwelijk in 1525 binnen acht jaar zes kinderen. Toen Luthers beide zusters stierven, namen hij en Katharina de kinderen bij hen op. Luthers ene zus had vijf kinderen, de andere zes, zodat Katharina nu voor zestien kinderen moest zorgen. „Het was dan ook geen wonder dat haar dag elke morgen om vier uur begon, waaraan ze de naam „de morgenster van Wittenberg” te danken had. Bij al die drukte had ze nauwelijks tijd uit de Bijbel te lezen en daar was Luther minder over te spreken. Hij beloofde haar vijftig gulden als ze tussen Kerst en Pasen de hele Bijbel uit zou lezen, een aanbod dat zij blijkbaar aannam, want Luther meldde aan een vriend: „Ze neemt het serieus, want ze is al bij Deuteronomium.”
Toen Luther eens zijn waardering uitsprak over de zorg van Katharina voor haar kinderen en daarmee voor moeders in het algemeen, zei hij: „De liefde van een moeder is sterker dan alle viezigheid en korsten van een kind. Zo is ook de liefde van God voor ons sterker dan onze viezigheid. Ofschoon wij zondaren zijn, blijven wij ondanks onze viezigheid kinderen van God, noch vallen wij vanwege onze zonden uit Zijn genade.”
Klik hiervoor alle artikelen uit het thema Reformatie