Eierdoosje voortaan van graskarton
FRANEKER. Eierdozen van grasvezels en gerecycled papier. Ze zijn niet alleen goed voor het milieu, Staatsbosbeheer pikt er, als leverancier van het gras, ook een graantje van mee.
Tien jaar geleden dacht een procestechnicus van verpakkingsbedrijf Huhtamaki in Franeker onder het grasmaaien: „Waarom maken we geen verpakkingen van grasvezels?” Tussen bedenken en produceren zaten nogal wat obstakels, maar het bedrijf maakt nu eierdozen die bestaan uit 50 procent grasvezel en 50 procent gerecycled papier. De dozen staan al in de schappen van Albert Heijn, maar dinsdag werden ze officieel gepresenteerd.
Volgens Robert Minnesma, directeur van de Franeker tak van Huhtamaki, is de CO2-uitstoot dankzij het gebruik van gras 10 procent lager en het waterverbruik zelfs 50 procent. En net als de ouderwetse doosjes van papier ook 100 procent recyclebaar. „Je kunt ze na gebruik zowel bij het oud papier als in de compostbak gooien.” Voordat het gras in de eierdoosjes zit worden er eiwitten en andere bruikbare stoffen uit gehaald. Wat uiteindelijk overblijft, het ‘skelet’, wordt verpakkingsmateriaal.
Naast een duurzamer alternatief voor de gewone eierdoos is het grasdoosje voor Staatsbosbeheer een bron van inkomsten. Het gras dat Staatsbosbeheer maait in de natuurgebieden om bosvorming te voorkomen, wordt voor boeren steeds minder interessant. Die geven de voorkeur aan het zachtere, eiwitrijke raaigras.
Het gras verdween daardoor op de composthoop. Het afvoeren kostte Staatsbosbeheer zelfs geld. „Als grondstof voor eierdozen vormt het gras weer een bron van inkomsten, die we door bezuinigingen van de overheid goed kunnen gebruiken voor natuurbeheer”, vertelt Frank van Hedel, projectontwikkelaar bij Staatsbosbeheer.
Volgens hem is het ecologisch gezien een beter gebruik van biomassa dan bijvoorbeeld als grondstof voor biogas. „In de toekomst halen we energie uit zon, wind en water. Biomassa zoals gras en hout kunnen we beter gebruiken als grondstof voor producten die nu nog uit olie wordt gemaakt.”
De doosjes, door Huhtamaki Gree-Nest gedoopt, worden nu gebruikt voor biologische en vrije-uitloopeieren. Voor die markt produceert de fabriek in Franeker dagelijks een paar honderdduizend doosjes. Een schijntje in vergelijking met de miljoenen gewone eierdozen die het bedrijf maakt voor de Noordwest-Europese markt. „Nederland alleen al produceert jaarlijks 11 miljard eieren”, weet Minnesma.
Hij acht de kans reëel dat de grasdoos uiteindelijk de exemplaren van gerecycled papier gaan vervangen. „Supermarkten willen ook steeds meer verduurzamen, daar dragen deze doosjes aan bij.”
Huhtamaki streeft ernaar op termijn de doosjes voor 100 procent uit grasvezel te maken. Angst dat Staatsbosbeheer dan te weinig gras heeft, hoeft hij niet te hebben. De natuurorganisatie produceert jaarlijks 100.000 tot 200.000 ton gras in haar gebieden. Daar zijn heel wat doosjes van te maken.