Joop Vermeulen: „De jeugd is ten goede veranderd”
Met negatieve verhalen over de jeugd van tegenwoordig hoeven collega-leraren en ouders niet aan te komen bij Joop Vermeulen. De scheidende directeur havo/vwo-bovenbouw van het Driestar College te Gouda vindt dat de jongeren anno 2016 opener en spontaner zijn dan toen hij 44 jaar geleden zijn carrière in het onderwijs begon.
Vermeulen vindt jongeren boeiend. „Zeker in de leeftijdsfase van het voortgezet onderwijs. Ze komen als kind de school binnen en ze gaan er als adolescent uit. Ze zijn ook best onbevangen. Je kunt heerlijk open met hen praten. Ze zijn op zoek naar hun identiteit, idealen, relaties, hun bestemming. Ze zijn best onzeker, al weten ze dat soms aardig te verbergen achter een stoer optreden.”
Op 6 juli neemt Vermeulen (65) na 33 jaar afscheid van de Driestar. Hij kwam binnen als leraar handvaardigheid, werd directeur brugklas en is sinds acht jaar directeur havo/vwo-bovenbouw. Kennelijk had hij het goed naar zijn zin op het college. Vermeulen bevestigt dat: „Het is een topschool, velen voelen zich er zó thuis. Er is een goede, open en collegiale sfeer. Het is ook heerlijk om een gezamenlijke grond te hebben. Maar de diversiteit neemt wel toe. De flanken komen verder uit elkaar te liggen. Het werken op de school is dan ook een oefening in omgaan met diversiteit. En ik moet zeggen dat dat gemiddeld genomen aardig goed gaat. We kunnen elkaar hier vasthouden. De Bijbel schrijft ons toch voor dat we de ander uitnemender moeten achten dan onszelf? In de achterliggende jaren heb ik mooie en wezenlijke gesprekken kunnen voeren met collega’s en leerlingen. Het Driestar College voelt niet benauwd.”
Hoe is uw keuze voor het onderwijs tot stand gekomen?
„Mijn ouders hebben dit gestimuleerd. Ze zagen kennelijk dat ik daar capaciteiten voor had. Zelf wilde ik aanvankelijk boswachter worden vanwege mijn liefde voor de natuur. Maar ik kon ook goed met kinderen omgaan en maakte nooit ruzie; mijn ouders zagen dat. Ik groeide met een zus en een broer op in een stabiel, rustig, warm en veilig gezin. Ook al werd er niet altijd over gesproken, God was belangrijk. Het was te merken aan de ernst en aan de eenvoud van het leven. Mijn moeder was een gelovige vrouw, bijzonder dat ze zo vaak psalmen en geestelijke liederen zong terwijl ze aan het strijken was.”
Hoe ervaarde u de tijd dat u zelf les kreeg op de toenmalige kweekschool De Driestar?
„Ik adoreerde mijnheer Hage, de man die leefde met geschiedenis en cultuur. Onder de indruk was ik ook van Florijn; hij gaf pedagogiek en had een enorme liefde voor de natuur. Wie verder een onuitwisbare indruk op mij maakte was tekenleraar Van den Berge. Mijn fascinatie voor cultuur, natuur en kunst heb ik aan deze drie mannen te danken. Ik denk ook aan de lessen beeldende vorming van Van Wijk. We deden niets met onze handen; we discussieerden oeverloos. Het was in een andere zin vormend.
Discussiëren is mij op het lijf geschreven. Op de mulo was mijn hoogste en mijn laagste examencijfer een zes; op de kweekschool werden dat achten en negens. Met praten kon ik veel bereiken.
Maar het ging niet allemaal van een leien dakje. Ik weet nog dat tijdens mijn eerste godsdienstles op de school waar ik stage liep, onverwacht meneer Florijn op bezoek kwam. Dat was schrikken. Daarom was ik al in zeven minuten klaar. En in de klas op school, waar Florijn de lessen van zijn studenten nabesprak, ging het van dik hout zaagt men planken. Tegen mij zei hij: „Je lijkt wel een hoestend hoen en een drinkende kip.” Dat was hard; ik vreesde voor hem. Toch had ik hem hoog staan; ook hij vormde mij.”
Wie waren in de jaren daarna uw grote voorbeelden?
„Ik heb er twee. Ik ging een hele tijd consequent naar mannendagen waarop Henk Binnendijk sprak. Ik had niets met de EO-jongerendagen waar hij ook optrad, maar tijdens die mannendagen raakte Binnendijk mij vrijwel altijd. Hij kan de meest ingewikkelde theologische vraagstukken op een eenvoudige manier en met pakkende voorbeelden duidelijk maken.
Wie ik op dit ogenblik heel bijzonder vind, is SGP-voorman Van der Staaij. Zoals hij optreedt in het parlement en in de media, zouden mensen het ook moeten doen in de seculiere omgeving waar ze wonen. Hij is authentiek. Hij weet grote woorden op een eenvoudige manier te vertalen voor mensen die er buiten staan.”
Is de Driestar veranderd ten opzichte van het moment dat u hier binnenstapte?
„We zijn erg groot geworden. We kunnen nu voortgezet onderwijs bieden aan alle soorten leerlingen: van gymnasiast tot pro-leerling. Ook de staf is enorm gegroeid. Maar we hebben de grote school wel kleinschalig weten te organiseren. Daardoor kunnen leerlingen niet in de anonimiteit opgaan. Mooi dat de Driestar nu meer nadenkt over wie de school is en waarom. De buitenwereld bevraagt ons daarop.”
Zijn de leerlingen veranderd in al die jaren?
„Je zult mij nooit horen zeggen dat het vroeger allemaal beter was. Ik ben altijd heel positief over de jongelui geweest. Eigenlijk vind ik dat de jeugd ten goede is veranderd. Ik denk nog weleens met schaamte terug aan jaaropeningen in kerken, waar het na afloop achterin een grote puinhoop was. Dat is nu echt anders; er is meer fatsoen dan toen. Maar dat wil overigens niet zeggen dat alles soepeltjes verloopt… De jongelui zijn ook opener dan vroeger. Als je eropuit bent, zijn leerlingen toegankelijk. Je moet de ontmoeting wel aandurven; je moet je kwetsbaar opstellen.”
Wat wilde u leerlingen vooral meegeven?
„Ik wilde hun laten merken wat het betekent om je leven te leiden in relatie met de Heere God. Daar heb ik bij dag-, week- en jaaropeningen altijd de vinger bij gelegd. Ik wilde hun met eigentijdse woorden in het hart raken en hen bij Jezus brengen. Dat kan ik natuurlijk niet zelf, maar anderzijds moet ik dit wel proberen; dat is een opdracht. Daarom heb ik ook bijna twintig jaar catechisatie gegeven in de kerkelijke gemeente waartoe ik behoor, de hervormde gemeente van Reeuwijk. Overigens wilde ik leerlingen ook leren om hun hart te volgen in het leven van alledag. Door te stimuleren in dingen waar ze goed in zijn en waar ze zin in hebben. Want we moeten hen hier op school natuurlijk wel voorbereiden op een plek in de samenleving.”
En uw collega’s?
„In de relatie die je aangaat, ligt de kracht van het onderwijs. Als je relaties hebt en uitbouwt, kun je veel bereiken bij de jongelui. Spreek de taal van nu, ook in geestelijke zin, zo hield ik mijn collega’s voor. Vertaal het naar het leven van nu en blijf doorvragen. Dat vak komt er wel in; het voertuig is de relatie. Je hebt leerkrachten bij wie het er van nature in zit, maar het valt ook te leren, zo heb ik in de achterliggende jaren meermalen gezien.”
Wat gaat u doen na uw afscheid op 6 juli?
„Ik ga kunst, cultuur en natuur indrinken. Een van mijn eerste plannen is een ov-kaart aan te schaffen, naar alle provinciehoofdsteden te reizen en daar hét museum te bezoeken. Verder hoop ik vaker te fietsen, de natuur in te gaan en te lezen. Daar heb ik veel zin in. Ook wil ik weer gaan studeren. Als overgang meenden twee van onze kinderen een ander huis te moeten kopen. Daar is pa de komende tijd vaak onder dak. Verder hoop ik dat de Heere God ook dingen op mijn pad brengt, zodat ik dienstbaar mag zijn in Zijn Koninkrijk. Daar bid ik om.”
Ziet u de pensionering als een laatste levensfase?
„Ik vroeg mijn 96 jaar oude vader onlangs of het hem benauwt als hij aan het einde denkt. Hij antwoordde: „Nee, ik weet dat mijn zonden vergeven zijn.” Ik wil het niet zo veel anders zeggen. In de missie van onze school staat de tekst uit 1 Johannes 3:23: „En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon Jezus Christus en elkander liefhebben.” De gehoorzaamheid aan dit gebod heb ik in mijn leven geleerd; met vallen en opstaan.”
Levensloop
Geboren: 21 juni 1951.
Lagere school: Christelijk Nationale School in Reeuwijk.
Voortgezet onderwijs: Johannes Calvijnschool (mulo) te Gouda.
Hoger onderwijs: Kweekschool De Driestar te Gouda; derde-, tweede- en eerstegraads handvaardigheidsakte aan de Kunstacademie te Utrecht.
Loopbaan: Basisschool de Wegwijzer in Berkenwoude (11 jaar), Driestar College Gouda (33 jaar, (waarvan 8 jaar directeur brugklas en 8 jaar directeur havo/vwo-bovenbouw).
Nevenactiviteiten: Zondagsschool, jeugdwerk, kerkvoogd, (jeugd)ouderling; KOEH (Bijbelverspreiding coördineren met een groepje); kinderkampen Oekraïne.
Gezinssamenstelling: Vrouw, drie kinderen, drie aangetrouwde kinderen, zeven kleinkinderen.