EKD-document over islam stelt vragen bij klassieke leer Reformatie
HANNOVER. Luthers houding ten opzichte van Joden is allerwegen bekritiseerd. Maar moderne protestantse kerken hebben ook moeite met de aanspraak op exclusieve waarheid van de Reformatie. Daarom stelt een recent document van de Evangelische Kirche in Deutschland (EKD) over de islam vragen bij het ”solus Christus”.
Het ruim veertig pagina’s tellende document ”Reformatie en islam” van de Sectie Islamvragen van de EKD, vorige week gepubliceerd, is geschreven met het oog op het 500-jarig Reformatiejubileum in 2017. Het bevat kernteksten uit de reformatorische traditie –van Luther tot Calvijn– over de islam, waarvan de aanhangers vaak worden aangeduid als Turken of ismaëlieten.
Luther en Calvijn volgen de traditie van vóór de Reformatie, namelijk dat moslims ketters zijn. Calvijn identificeert de islam samen met het pausdom als de antichrist. Er waren nauwelijks ontmoetingen met moslims die tot een herziening van hun standpunten konden leiden. De reformatorische sola’s van 500 jaar geleden –alleen Christus, alleen genade, alleen het Woord, alleen geloof, alleen de Schrift– behoeven herijking, stelt het document. Weliswaar zijn de vijf kerninzichten nog steeds actueel, maar er is een reserve ingebouwd ten aanzien van het ”alleen Christus”. De vraag wordt gesteld „hoe de daarin tot uitdrukking gebrachte exclusiviteit van Jezus Christus in een religieus plurale samenleving zo tot uitdrukking gebracht kan worden dat zij niet aanmatigend of autoritair overkomt.”
Lange traditie
De EKD staat met deze constatering in een lange traditie. In het officiële document ”500 Jahre Reformation. Perspektiven für das Reformationsjubiläum 2017”, die de zogeheten Lutherdecade van de EKD in kaart brengt, is vrijheid een kernwoord, een vrijheid van en voor de wereld. De christen is naar reformatorisch inzicht „de tot mondigheid geroepen christen.” Het document trekt lijnen van de Reformatie naar de verlichting en haar mondigheidsideaal en de scheiding van kerk en staat die de grondslag heeft gelegd voor de godsdienst- en gewetensvrijheid.
De ontdekking van de menselijke vrijheid en het feit dat God elke persoon aanneemt, ongeacht zijn status en afkomst, is ook een kernnotie van het document ”Rechtfertigung und Freiheit” dat de EKD in 2014 presenteerde. Het document maakt een grote sprong naar deze tijd door de vrijheid van de mens direct te verbinden met de seculiere rechtsstaat en de democratie. De Reformatie maakt deel uit van de moderne vrijheidsgeschiedenis. De viering van de Reformatie is daarom niet alleen een feest van de kerken, maar van heel de samenleving.
Eenzijdig polemisch
Die reformatorische kijk op de islam is veelal „polemisch en eenzijdig”, zo stelt het huidige EKD-rapport. Hij staat duidelijk in conflict met het voeren van de huidige dialoog die de eigenheid van het islamitische geloofsgetuigenis honoreert. Vrijheid blijft ook in dit document een kernnotie. Wie de islam betitelt als „dwaalleer”, „christelijke ketterij” of „de antichrist” demoniseert de islam. Het komt er volgens de EKD vooral op aan zó met de erfenis van het verleden om te gaan, dat hierdoor een open ontmoeting met anderen niet verhinderd wordt.
Het is opvallend hoezeer de bekende sola’s in dit rapport herijkt worden. Zo worden de reformatorische principes van ”alleen het Woord” en ”alleen de Schrift” verbonden met respect voor het feit dat moslims een ándere Woord- en Schrifttraditie hebben. De EKD stelt dat we nu op grond van veranderde omstandigheden de gelegenheid hebben om een „serieuze interreligieuze dialoog” te voeren. De EKD blijft pleiten voor de actualiteit van de befaamde sola’s. Maar de manier waarop zij dat doet, vervreemdt haar van de klassieke leer van de Reformatie.