Walhout repareert eeuwenoude uurwerken
Elf uur. Overal beginnen klokken te slaan in de uurwerkmakerij van Arnoud Walhout (49) in ’s-Gravenpolder. Een snel carillonnetje haalt een paar lichte tinkelaars in; iets vlugs en vrolijks komt er achteraan.
De opa van Arnoud Walhout, Johannis Walhout (1905), begon met klokken repareren toen hij nog een jongen was. In de avonduren haalde hij horloges en klokken uit elkaar en hij knutselde er net zolang aan tot ze weer feilloos werkten. Overdag paste hij op de koeien van een oom. Later loste hij schepen in havens. Zijn vader kon om gezondheidsredenen al jong niet meer werken, dus het reparatiewerk van Johannis was ook bittere noodzaak: er moest brood op de plank komen. In 1921 schreef hij zich in bij de Kamer van Koophandel.
„Mijn opa was enorm gedreven om uit de armoede te komen”, zegt Arnoud Walhout in zijn woonkamer in ’s-Gravenpolder. Het huis van hem en zijn vrouw Cobie (48) lijkt ervoor te zijn gemaakt, voor zo’n uurwerkmakerij in het verlengde van de gang, met klokken en klokjes en messing tandwielen en een tandwielfreesmachine.
Arnouds vader was eveneens klokkenmaker; hij leerde het vak aan de werkbank van zijn vader Johannis en volgde daarnaast een schriftelijke cursus. „Mijn oudste broer volgde de horlogemakervakschool in Hoorn en ging werken bij een juweliersbedrijf in Ouddorp”, vertelt Arnoud Walhout. „In 1987 overleed hij na een ernstig ongeluk. Mede daardoor ben ik het klokkenmakersvak gaan uitoefenen en kwam ik op zijn plekje terecht, daar in Ouddorp.”
In 1997 begonnen Arnoud en Cobie Walhout een eigen zaak in ’s-Gravenpolder, toen nog iets verderop in de ’s-Gravenstraat. Daar runden ze een winkel met klokken, horloges en sieraden, plus een werkplaats.
„We hadden een mooie zaak, de omzet groeide, maar de hoeveelheid werk in de klokkenmakerij groeide ook”, vertelt Walhout. „Ik vroeg me steeds vaker af: waarin wil je verder? In de winkel moet je verkoper zijn, in de werkplaats oefen je je vak uit. En ik voelde me meer ambachtsman dan juwelier.” Na ruim 10 jaar koos hij in 2007 helemaal voor het uurwerkmakersvak.
In een eeuw tijd veranderde er heel wat in het vak, weet Walhout. „Als je in de jaren 30 al een horloge had, liet je dat repareren zodra het ermee stopte. En na jou ging het naar de kinderen, die het ook weer lieten maken. Net als met de klok, die je kreeg als je trouwde.”
Tegenwoordig laten mensen nog steeds een klok repareren als die een emotionele waarde heeft. Maar het wordt veel minder. „Mensen zijn vluchtiger bezig met wat ze hebben”, stelt Walhout. „Een horloge van 5 euro gooi je weg als het ermee stopt. Bij nieuwe kleren kopen mensen een nieuw sieraadje.” Er worden nog steeds klokkenmakers opgeleid in Nederland, via de Vakschool Schoonhoven bijvoorbeeld, maar er vallen er veel meer weg dan erbij komen.
Het geeft Walhout intussen veel voldoening om een uurwerk van honderden jaren in de oude staat terug te brengen. „Dat het weer functioneert zoals het gefunctioneerd heeft, dat de uitstraling is zoals die was! Een klein jaar terug heb ik een Friese stoelklok uit 1750 gerestaureerd. Toen ik die kocht, was het schroot, kun je wel zeggen. Het is zo mooi als zo’n klok er weer fris bij staat!”
Of er genoeg klokkenliefhebbers zullen overblijven om zijn zaak draaiend te houden? Walhout weet het niet. Maar hij kijkt ook niet meer zo ver vooruit, sinds vorig jaar bij hem een ernstige ziekte werd geconstateerd: de ziekte van Kahler. Hij kreeg chemokuren en kon een tijdlang niet werken. „Het was een grote beproeving, en dan blijft er maar één houvast over: dat God voor ons zorgt. Alles stond op de kop, en juist in die tijd mocht ik ervaren dat Hij nabij was. En vertrouwen dat ik verder mocht.”
De ziekte is in remissie; Walhout hoeft nu zelfs geen medicijnen meer te slikken. „Waar leidt de weg naartoe? Dat is nog open. Tegelijk geloof ik dat er altijd klokkenmakers nodig blijven. Hoe het er over 10 jaar uitziet, weet ik niet, maar ik hoef me er ook niet bezorgd over te maken. Wij leggen onze toekomst in Gods hand.”
zomerserie Familiebedrijven
Dit is het tweede deel in een serie over familiebedrijven. Volgende week maandag deel 3.
Bedrijf: Uurwerkmakerij A. P. Walhout
Opgericht in: 1921
Aan het roer: Arnoud Walhout