Vorig jaar startte het mossel­seizoen op 8 juli, in 2014 pas op 16 juli. Een combinatie van een zonnig voorjaar en veel regenval heeft voor een „lekkere vlezige mossel” gezorgd, aldus een woordvoerder van het Nederlands Mosselbureau.

Mosselen kunnen gegeten worden als het visgehalte minimaal 35 procent is. Ook aan de grootte van de schelp en de kleur worden eisen gesteld. Handelaren waren vanmorgen tevreden over de kwaliteit en gaven de kwekers groen licht om te starten met de aanvoer van de mosselen. De handel kan zo voorraad opbouwen om vanaf volgende week woensdag restaurants, viswinkels en supermarkten in onder meer België en Neder­land te kunnen beleveren.

Mosselen worden geoogst van percelen in de Waddenzee en de Oosterschelde. De kwekers brengen ze over naar zogeheten verwater­percelen in de Oosterschelde. Daar blijven de mosselen minimaal een week liggen om zich te ontdoen van zand.

Eetcultuur

Een groot deel van de Zeeuwse mosselen, zo’n 64 procent, gaat naar België. Mosselen horen daar bij de eetcultuur. Tweede afzetmarkt is Frankrijk met een aandeel van 20 procent, gevolgd door Duitsland. Slechts 4 procent van de mosselen vindt zijn weg naar consumenten in Nederland.

De Nederlandse mosselsector telt 88 kwekers. Afgelopen seizoen voerden ze 57 miljoen kilo aan. De mossel doet er twee tot drie jaar over om rijp te zijn voor consumptie. Na het uitwateren in de Ooster­schelde worden de mosselen verwerkt en verpakt bij twaalf mosselbedrijven in Yerseke.

Het mosselseizoen duurt negen maanden. Alleen van half april tot eind juni –de voortplantingstijd van de mosselen– is er in Yerseke geen veiling. Afgelopen seizoen bedroeg de omzet 60 miljoen euro, aldus veilingdirecteur Johan van Nieuwenhuijzen.